Paagman is „negatief gestemd” over het plan van minister Van der Hoeven (Economische Zaken) om de huidige Winkeltijdenwet aan te scherpen.Door hun grondgebied oneigenlijk te bestempelen als toeristische zone hebben veel gemeenten het aantal koopzondagen in de afgelopen jaren flink verruimd. De CDA-bewindsvrouw wil de wet nu zo aanpassen dat vanaf 1 januari volgend jaar alleen winkels op werkelijk toeristische locaties vaker dan twaalf zondagen per jaar open kunnen zijn.

Volgens Paagman is het daarom de hoogste tijd om „lawaai te maken” over de naderende „inperking van het aantal koopzondagen” en „de massa” te mobiliseren. Wat de Haagse boekhandelaar betreft mogen gemeenten het wat koopzondagen betreft voor het zeggen krijgen, of nog beter: ondernemers.

Via zijn website, www.stopzondagsluiting.nl, hoopt hij veel steunbetuigingen te kunnen aanbieden aan de minister. De site is nu twee weken in de lucht en inmiddels plaatsten 450 bezoekers een reactie.

De minister wil toch alleen maar de bestaande wet handhaven?

„Van der Hoeven stuurt anders geen handhavingsteams de straat op, maar wil feitelijk de wet veranderen. Gemeenten kunnen nu vrijelijk invulling geven aan de toeristische bepaling. Meer dan 150 van de ruim 400 gemeenten maken hier gebruik van.”

Zijn die gemeenten volgens u dan allemaal toeristisch?

„Lang niet allemaal, maar dat doet er niet toe. Toen onder toenmalig minister Wijers van D66 de Winkeltijdenwet in 1996 van kracht werd, is bewust gekozen om geen criteria voor toeristische locaties te bepalen. Feitelijk werd de beslissing dus aan gemeenten overgelaten. Dat is nu de realiteit en die kun je niet zomaar terugdraaien. Inperken van het aantal koopzondagen past ook helemaal niet meer in deze tijd.”

Waarom niet?

„Wanneer een moslim op zondag zijn slagerij wil openen omdat hij op vrijdag naar de moskee wil, dan mag dat. Maar wil je als atheïst op zondag je winkeldeuren openen, dan wordt dat tegengehouden. Terwijl mensen er tegenwoordig van genieten om op zondag te winkelen. Vroeger ging je ’s zondags het bos in of deed je een spelletje met je kinderen. Vandaag de dag gaan we shoppen. Het is een recreatieve bezigheid geworden.”

Tekent dat niet de leegheid van het huidige bestaan?

„Dat zal best, maar wie ben ik om daarover te oordelen? Ik zeg ook niet dat iedereen zeven dagen per week moet winkelen. Ikzelf was dat in ieder geval niet van plan. Maar als mensen dat wel willen, moeten ze daarvoor kunnen kiezen. Vrijheid van burgers is een groot goed.”

Uw winkel ligt iets buiten het centrum van Den Haag. Vreest u na wetswijziging de winkeldeuren te moeten sluiten?

„Op dit moment geldt in geheel Den Haag het toeristische regime, maar op haar website maakt de gemeente wat toerisme betreft duidelijk onderscheid tussen het centrum, Scheveningen-Bad en Kijkduin en de rest van de gemeente. In die zin vrees ik dat nieuwe wetgeving ons inderdaad zou kunnen schaden.”

Kleine zelfstandigen die op zondag dicht willen blijven, vrezen voor hun omzet.

„Van de 200 winkeliers in dit winkelcentrum zijn er slechts drie op zondag geopend. De overigen eten daar geen boterham minder om. Het zou overigens wat zijn wanneer we allemaal op zondag open zouden zijn. Dat is natuurlijk schitterend voor de omzet.”

U stelt op uw site uw deuren op zondag gewoon open te houden, ook al wordt u dat vanaf volgend jaar onmogelijk gemaakt.

„In 1998 openden wij in onze wijk als eerste op zondag de deuren, terwijl dat feitelijk nog niet mocht. Het was een vorm van protest omdat alle winkels in Rotterdam al wel iedere zondag open mochten. We hebben toen duidelijk als breekijzer gefungeerd richting de gemeente. Kort daarna mochten ook in Den Haag alle winkeldeuren ’s zondags open.”

Principes kunnen ook geld kosten. In het Brabantse Heusden moet een autobedrijf de gemeente 20.000 euro vergoeden omdat het tegen de regels in twee keer op zondag geopend was.

„Zo ver wil ik nog maar niet denken. We zijn een familiebedrijf en bestaan al vijftig jaar. Uiteindelijk zal ik dat niet op spel zetten voor een koopzondag.”