Doden door oplaaiend geweld Zuid–Irak
De gevechten die dinsdag zijn uitgebroken in de Zuid–Iraakse oliestad Basra hebben inmiddels zeker 22 mensen het leven gekost. Dat hebben politie en medici gezegd.
Het Iraakse regeringsleger en de politie begonnen dinsdag een operatie om het centrale gezag te herstellen in de tweede stad van het land. Er werden duizenden militairen en agenten ingezet, gesteund door tanks en de Britse luchtmacht, aldus de Britse omroep BBC. In het 1,8 miljoen inwoners tellende Basra maken in vele wijken lokale sjiitische milities en bendes de dienst uit. Om te voorkomen dat het geweld zich uitbreidt naar andere gebieden in het voornamelijk sjiitische zuiden van Irak, hebben de autoriteiten behalve in Basra ook in vier andere steden een uitgaansverbod ingesteld. In Nasiriyah, Hilla, Kut en As Samawah mag niemand meer de straat op. Het offensief wordt gecoördineerd door de regering van premier Nuri al–Maliki, die zelf sjiiet is.
In Kut braken eerder op de dag al rellen uit. Militanten zouden hier vijf wijken in handen hebben. In As Samawah werd besloten tot de maatregel nadat de eerste militanten op de straat waren verschenen. In deze doorgaans rustige stad bewaakten Nederlandse militairen tussen 2003 en 2005 de veiligheid.
De sjiitische geestelijke en politicus Moqtada al–Sadr heeft dinsdag vanuit Najaf opgeroepen te betogen tegen de regeringspolitiek in Basra. Hij riep op tot protest in heel het land en dreigde met tegenactie, zoals een landelijke staking en „algemene burgerlijke ongehoorzaamheid". Het regeringsoffensief is vooral gericht tegen de grootste sjitische militie, het Mahdi Leger. Dat is gelieerd aan Sadr. Die verlengde vorige maand nog een eenzijdig bestand namens het Mahdi Leger met een half jaar.
Een ander lid van het Mahdi Leger heeft dinsdag gedreigd met actie tegen oliebronnen in Zuid–Irak. Sjeik Hariz Azari zei dat bronnen in brand worden gestoken wanneer de regeringstroepen hun offensief tegen de militie niet onmiddellijk staken.
In de hoofdstad Bagdad gingen dinsdag honderden aanhangers van Sadr de straat op. Ze trokken door wijken in het zuidwesten van de stad en eisten de vrijlating van gearresteerde medestanders. Er braken gevechten uit tussen strijders van Sadr enerzijds en Iraakse en Amerikaanse militairen anderzijds. In de wijken Sadr City, Abu Chir en Al–Baya was het volgens ooggetuigen onrustig. Helikopters cirkelden boven de stadsdelen en het geluid van geweervuur was te horen. De autoriteiten in Bagdad beschuldigden het Mahdi Leger ervan in de hoofdstad winkels en scholen en kantoren te hebben gedwongen te sluiten om spontane stakingen te veinzen tijdens de betogingen.
Het Mahdi Leger van circa 60.000 man telt alleen al in Basra naar schatting meer dan 15.000 leden. Het Mahdi Leger is opgebouwd uit kleine plaatselijke eenheden die soms een eigen agenda hebben.