Uitbreiding EU raakt werknemers nauwelijks
Uitbreiding van de Europese Unie heeft nauwelijks invloed op de Nederlandse werknemers. Dat verwachtten ondernemingsorganisatie VNO-NCW en vakcentrale FNV woensdag, reagerend op het uitbreidingsvoorstel van de Europese Commissie.
Ondernemingsvereniging VNO-NCW verwacht niet dat Nederlandse bedrijven massaal hun productie naar Midden- en Oost-Europese landen verplaatsen, zodra die landen tot de Europese Unie toetreden. „Er is wat productie verplaatst, maar het effect is vooral dat de productie in die landen is toegenomen”, aldus W. Quaedvlieg, secretaris internationale economische betrekkingen, woensdag.
Hij verwacht geen noemenswaardig macro-effect op de Nederlandse economie, hoewel het voor bedrijven zelf soms gaat om substantiële investeringen. De veranderingen gaan bovendien geleidelijk. „Er zitten nu 600 Nederlandse bedrijven in Polen en evenveel in Hongarije, vooruitlopend op de uitbreiding in 2004”, weet Quaedvlieg.
Tegelijk heeft vakcentrale FNV geen angst voor een grote toestroom van nieuwe werknemers uit de nieuwe lidstaten. „Bovendien zouden ze niet kunnen concurreren met andere werknemers: de CAO’s gelden voor iedereen”, aldus coördinatrice A. Snels van FNV Brussel. De FNV maakt zich eerder zorgen over de werknemers in de Midden- en Oost-Europese landen. De vakbonden staan daar te vaak buitenspel, vindt Snels.
Door de toetreding voorziet de vakcentrale wel een pluspunt voor Nederland. „Nederland heeft als exportland veel belangen in Midden- en Oost-Europa. Uitbreiding is goed voor de economie, dus ook voor onze werknemers.”
Ondernemingsvereniging VNO-NCW meent dat er nog heel wat moet gebeuren om de uitbreiding van de Europese Unie zorgvuldig te laten verlopen. „We zijn voor uitbreiding, maar dat moet dan wel zorgvuldig gebeuren”, aldus Quaedvlieg. Volgens de eerste berichten hebben Polen en Slowakije nog niet alles op orde: de staalfabrieken krijgen er nog staatssteun bijvoorbeeld.
Ook zijn de voorbereidingen nog niet afgerond voor de institutionele hervorming van de Europese Commissie en de landbouwsector. „Mede hierdoor is er ook nog geen helder beeld van de financiële implicaties”, aldus Quaedvlieg, die daarom verheugd is dat de Europese Commissie nog enkele toetsingsmomenten heeft ingelast.
Land- en tuinbouworganisatie LTO-Nederland ziet vooral een pluspunt in de open grenzen met Polen in 2004. Poolse werknemers kunnen dan makkelijker en langer meehelpen met bijvoorbeeld de asperge- en champignonteelt. Nu is er steeds een tekort aan arbeidskrachten in deze sectoren, aldus secretaris internationale zaken R. Wijbenga van LTO-Nederland.
LTO is wel bezorgd over de achterblijvende controles op dier- en plantenziektes in Polen. Dat kan schadelijk blijken voor de veiligheid van voedsel in Europa.