Binnenland

Beladen brug

Een tragisch ongeval kostte op 19 september 2007 de 64-jarige Loes Hoekman-Weerstand het leven. Ze reed die dag over de A6 vanuit Emmeloord richting Lelystad. Op de Ketelbrug passeerde ze de eerste rij slagbomen die op dat moment al automatisch neerdaalden. Even verderop kwam ze tot stilstand voor de inmiddels gesloten tweede rij slagbomen.

J. Visscher
20 March 2008 21:09Gewijzigd op 14 November 2020 05:39
De dochters van Loes Hoekman-Weerstand. V.l.n.r.: Willy, Carolien en Marja. Foto Dick Vos
De dochters van Loes Hoekman-Weerstand. V.l.n.r.: Willy, Carolien en Marja. Foto Dick Vos

Justitie stelt dat ze vervolgens „om onduidelijke redenen” achteruit de omhoogkomende brugklep op is gereden. Mogelijk is de vrouw in paniek geraakt. Ze viel met haar auto van de brug af het water in, 13 meter lager.De 56-jarige brugwachter verklaarde tegenover justitie niet te hebben gezien dat er nog een auto tussen de slagbomen stond en ook niet dat de auto achteruit is gereden. Dinsdag start de rechtszaak tegen de brugwachter. Justitie verwijt hem dood door schuld.

Op deze pagina het verhaal van de drie dochters van het slachtoffer en een terugblik door een hulpverlener. Rijkswaterstaat, werkgever van de brugwachter, wilde niet meewerken aan dit artikel.

Nog altijd kunnen ze nauwelijks bevatten dat hun moeder bij een brugongeval om het leven is gekomen. Met verdriet en afschuw kijken de dochters van de 64-jarige Loes Hoekman-Weerstand terug op het tragische ongeluk op de Ketelbrug. „Hoe kan zoiets gebeuren in een tijd van techniek, automatisering en sensoren?”

„Soms kan ik het nog niet geloven. Dan heb ik gevoelens van ongeloof en kwaadheid”, zegt Willy Pronk-Hoekman. „Waarom bleef die brug in vredesnaam niet gesloten, terwijl moeder nog aan de verkeerde kant van de slagbomen stond?”

Carolien Visscher-Hoekman: „Dit ongeval heeft op ons een enorme impact. Het is verschrikkelijk om op deze manier je moeder te moeten verliezen.”

Marja Hoekman: „In zekere zin is de brugwachter ook slachtoffer. Hij heeft dit natuurlijk niet gewild. Maar ik zeg wel: hij moet zijn werk goed doen, hij heeft een verantwoordelijke taak.”

Onbegrip, ongeloof en verdriet klinkt door in de opmerkingen van de drie zussen. In het ouderlijk huis in Lelystad-Haven kijken ze terug op het tragische ongeval dat op 19 september 2007 hun moeder het leven kostte.

De vrouw viel met haar auto van het bewegende deel van de Ketelbrug, kwam 13 meter lager in het water terecht en overleed diezelfde avond in het Academisch Medisch Centrum (AMC) in Amsterdam.

Marja, woonachtig in Lelystad-Haven en daar werkzaam in de thuiszorg: „Ma zou die woensdagmiddag haar derde dichtbundel, ”Bevroren dromen”, op het gemeentehuis in Lelystad presenteren. Zoals altijd ging ze woensdagochtend naar Urk, waar onder anderen haar moeder en zussen wonen. Rond het middaguur vertrok ze met haar auto weer van Urk, richting Lelystad. Om halfeen ’s middags werd ik gebeld door de politie. Of ik bij vader wilde komen. Omdat hij lijdt aan dementie dacht ik meteen dat hij wat had uitgespookt, terwijl moeder van huis was. Toen hoorde ik dat moeder betrokken was bij een ernstig ongeval op de Ketelbrug. Met vader ben ik toen zo snel mogelijk naar het AMC in Amsterdam gegaan.”

Willy, wonend in Blokker, bij Enkhuizen: „Vanuit Blokker ben ik met een taxi naar Amsterdam gereden. In de auto hoorde ik via de radio over het ongeval op de Ketelbrug. Ik kon me er eerst niet goed een voorstelling van maken. Ik dacht dat ma van het talud was gereden en er misschien was afgekomen met een zware hersenschudding en een gebroken been.”

Carolien, woonachtig in Lelystad: „Ma was bekend met de Ketelbrug. Dat maakt het allemaal ook zo raar. Twee keer per week reed ze eroverheen, om in Urk familie te bezoeken. Ik hoorde later van de brandweerduiker die moeder uit het water heeft gehaald, dat ze waarschijnlijk meteen al buiten bewustzijn was toen ze met de auto op het water klapte. Als je van zo’n hoogte neervalt, verandert water als het ware in beton. Na zo’n klap op het water raak je buiten kennis. Dat was voor mij wel een troost.”

Marja: „Ik denk dat ze geen angstige doodsstrijd heeft gehad.”

Willy: „Ze heeft 23 minuten in het water gelegen. Ik merk bij mezelf dat ik gedachten over de laatste ogenblikken van moeder bewust blokkeer, omdat de waarheid misschien te erg is. Onlangs hadden we een gesprek met de officier van justitie. Dan hoor je meer details. Dat is zwaar.”

Ballonnen

’s Avonds overleed Loes Hoekman in het AMC in Amsterdam, waar ze met een traumahelikopter naartoe was gebracht.

Carolien: „Moeder lag aan allerlei slangen, met toeters en bellen. De artsen probeerden haar hart op gang te krijgen. Ze zeiden meteen al dat er slechts een paar procent kans was dat moeder het zou halen. Om acht uur ’s avonds is de behandeling stopgezet.”

Aan de dag van de begrafenis, een week later, bewaren ze goede herinneringen. Ook Fokke kon er bij zijn, de enige broer van de zussen. Hij woont in Duitsland, was op vakantie in Bali, maar kon tijdig worden opgespoord. Loes Hoekman werd in Urk begraven, vanuit de gereformeerde Bethelkerk, waar ze ook is gedoopt.

Willy: „Toen de begrafenisstoet vanuit Lelystad naar Urk reed, zijn we op de Ketelbrug gestopt. De politie heeft het verkeer stil gezet. Vanaf de brug hebben we ballonnen opgelaten. Met kaartjes met daarop teksten als: ”Dag oma”. Tijdens de begrafenisdienst heeft een neef uit Urk, samen met enkele anderen, gezongen. ”Lord, I’m coming home” (God, ik kom thuis). Dat vond ma een prachtig lied. In de dienst speelde een broer van vader op het orgel.”

Ontroerend vinden de zussen het massale meeleven na de dood van hun moeder. Niet alleen van familie uit alle windstreken, ook van talloze vrienden en bekenden.

Willy: „Moeder had veel contacten, ook omdat vader een oliehandel heeft gehad. Bij de condoleance zag ik allerlei verschillende types. Iemand met één oog, een man van buitenlandse afkomst, een man met een woeste baard.”

Marja: „Ook het meeleven vanuit Urk, waar de meeste familie van moeders kant woont, was hartverwarmend. Een schoonzus van vader zorgde na moeders dood dagenlang dat het eten voor ons op tafel stond. Zoiets kennen we in Lelystad niet.”

Weduwnaar Hoekman vindt het moeilijk om geconfronteerd te worden met de dood van zijn vrouw, zeggen de drie dochters.

Willy: „Hij praat er weinig over en laat zijn emoties nauwelijks zien. Wel merkten we dat het vader aangreep toen hij kort na de begrafenis van moeder op televisie een Urker weduwe hoorde vertellen over de dood van haar man, Lubbert Romkes. Die kwam om tijdens een duikoefening van de brandweer.” Ze wijst naar een brug, zichtbaar vanuit de ouderlijke woning in Lelystad-Haven. „Soms hoor ik vader mompelen als de brug opengaat. Dan zegt hij: „Het zal wel goed gaan.” Het houdt hem dus wel bezig.”

Kunstzinnig

Loes Hoekman was een kunstzinnige vrouw. Ze bewerkte meubilair, maakte aquareltekeningen, dichtte drie bundels en zong.

Marja bladert in een dichtbundel van haar moeder. Ze leest een gedicht voor over verdriet en verlangen. „Traag rolt een traan/ Trekt een spoor over je wangen/ Verdriet, emotie, verlangen/ Toch besef je/ Het einde/ Is tevens/ Een nieuw begin.”

Marja pakt er een fotoboek bij. Op een van de afbeeldingen staat haar moeder naast koningin Beatrix, tijdens een bezoek in 2005 van de vorstin aan Lelystad. „Kijk, hier draagt ma een gedicht aan de koningin voor.”

Willy wijst naar een bruin kastje, te midden van het verder grotendeels paarse meubilair. Lachend: „Het is een wonder dat dat kastje nog bruin is. Moeder was erg gesteld op paarse tinten. De meeste voorwerpen schilderde ze in die kleur. Ook haar auto wilde ze in paarse uitvoering.”

Carolien: „Ma zong graag, ook in zanggroepen. Zo trad ze bijvoorbeeld samen met haar zus op bij het evenement Zingen in de Zomer in het Kerkje aan de Zee in Urk.”

Groot hart

Moeder Hoekman, die een reumatische aandoening had, was niet alleen „een doorzetter”, maar ook „bijzonder sociaal”, vertellen de drie dochters.

Carolien: „Als moeder in Urk vijf visjes kreeg, gaf ze er drie aan anderen. Ze had echt oog voor mensen die het minder hebben.”

Marja: „Hier in Lelystad-Haven, het oude Lelystad, was ze een steun en toeverlaat van veel oudere mensen. Ze had voor iedereen een goed woord. Een militair die naar Afghanistan ging, bond ze op het hart voorzichtig te zijn. Soms sprak ze mensen op straat aan en reikte ze haar dichtbundeltjes uit, ook aan wildvreemden.”

Willy: „Ze was extravert en had een groot hart. Als ze dacht dat iemand verdriet had, zei ze dat ook gewoon hardop. Dat vonden wij soms wel raar, maar ook heel bijzonder.”

Carolien: „Ik weet nog dat ze bij IKEA een man aansprak en over haar gedichten begon. Toen zei ik: „Moeder, we zijn aan het winkelen, doe normaal.” Daar lachte ze dan om.”

Willy: „Ooit kwam ma op straat in botsing met een man in een rolstoel. Die kafferde haar uit. Moeder sprak hem aan: „Dat doet me pijn, maar toch houd ik van je.” Vervolgens gaf ze de man een zoen op zijn wang. Dat was haar ten voeten uit.”

Krampachtig

De Ketelbrug, die onderdeel is van de snelweg A6 tussen Lelystad en Emmeloord, zal de vrouwen altijd herinneren aan het tragische ongeval.

Carolien: „Het is voor ons een beladen brug geworden.”

Willy: „Na het ongeval ben ik voorzichtiger in het verkeer geworden. Ik kijk extra goed uit op bruggen en bij inhaalmanoeuvres. Ik voel een bepaalde angst als ik bijvoorbeeld op de dijk van Lelystad richting Enkhuizen rijd. Ik moet oppassen niet te krampachtig te worden. We hebben een brief gekregen van een onbekende vrouw die veel op de weg is. Ze schreef dat ze naar aanleiding van het ongeval extra is gaan letten op de verkeerssituatie rond bruggen. Het heeft haar verbaasd hoe snel je bij een brug in verwarring kunt komen, bijvoorbeeld als het gaat om signalering. Wanneer moeten mensen stoppen, wanneer gaan lichten uit, wanneer aan?”

Volgende week start de rechtszaak tegen de 56-jarige brugwachter die dienst had tijdens het ongeval. De man, in dienst van Rijkswaterstaat, wordt dood door schuld verweten.

Willy: „Dat zegt toch wel wat.”

Carolien: „Het is ons er niet allereerst om te doen dat die man zwaar wordt gestraft, maar we willen wel dat alarmeringssystemen bij bruggen zó worden gemaakt dat dit niet nog eens kan gebeuren.”


Teleurstelling, maar ook voldoening

Hulpdiensten waren snel ter plaatse nadat Loes Hoekman met haar auto te water raakte, concludeert justitie. Terugblik van brandweerman Riekelt de Boer uit Urk.

Vanaf de wal bij de Ketelbrug instrueerde officier van dienst De Boer het duikteam van de brandweer, bestaand uit een duiker, reserveduiker en duikleider.

Vanuit de Urker haven snelden twee boten van de KNRM naar de Ketelbrug, een afstand van ongeveer 5 kilometer. Daar werden de brandweerduikers opgepikt. „Die samenwerking was goed”, zegt De Boer op de kazerne in Urk. „Via de communicatieapparatuur kon ik vrij nauwkeurig doorgeven waar de auto ergens moest liggen. Om me heen stonden ooggetuigen die hadden gezien waar het voertuig in het water was gevallen.”

De Boer vermoedt dat het slachtoffer door de klap op het water „in een shocktoestand” is terechtgekomen.

Op de bodem, tegen het schuin aflopende talud, trof de duiker de wagen liggend op de zijkant aan. Via het passagiersportier wist hij de vol water gestroomde auto binnen te komen. Daar maakte hij de veiligheidsgordel los, waarna hij het slachtoffer uit de auto kon krijgen. „Even later hoorde ik een hulpverlener zeggen dat de vrouw nog ademde”, zegt De Boer.

Later op de dag nam de officier van dienst diverse keren contact op met het AMC in Amsterdam, waar Loes Hoekman met een traumahelikopter naartoe was vervoerd. Gaandeweg merkte de brandweerman dat haar toestand verslechterde. „Om zes uur ’s avonds hoorde ik dat het heel kritiek was. Later die avond kwam het bericht dat ze was overleden.”

Het is teleurstellend dat het slachtoffer het ongeval niet heeft overleefd, stelt De Boer. „Uiteindelijk heeft de hulp niet mogen baten en is een mens gestorven.”

Dat laat onverlet dat de Urker brandweerman tevreden is over de inzet van de duikploeg en andere hulpverleners. „Onze oefeningen hebben vrucht afgeworpen. De communicatie tussen de hulpverleners liep goed. We konden het slachtoffer meteen lokaliseren en binnen zes minuten boven water halen. Dat was toch een opsteker. Het zou anders zijn als we eerst een halfuur onder water hadden moeten zoeken. Dan ga je je achteraf misschien toch verwijten maken.”

Het ongeval bepaalde de Urker brandweer opnieuw bij de tragische dood van hun collega Lubbert Romkes, die een jaar geleden tijdens een duikoefening in de Urker haven om het leven kwam. „Dat drama heeft erg veel indruk gemaakt.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer