Briefwisseling over Israëldebat
In de aanloop naar de vergadering van de generale synode van de Protestantse Kerk op donderdag 10 april, waar gesproken wordt over de verhouding van de kerk met Israël, voeren ds. H. Veldhuis, predikant in Culemborg, en ds. G. H. Abma, predikant in Gouda, een briefwisseling over dit thema.
Beste collega Veldhuis,Wat ben ik dankbaar met u te kunnen corresponderen. U maakt het me direct al gemakkelijk om te reageren. Gelet op het feit dat de apostel de Joden die niet in Jezus als de Messias geloven ziet als ”afgebroken takken”, vraagt u me: „Is Paulus nu ook een vervangingstheoloog?”
Als er onverwacht een beetje humor om de hoek komt kijken, kan ik dat wel waarderen. Wat een verwijten zijn er immers al niet aan het adres van de apostel der gojim gemaakt! Toch zou ik u willen zeggen: „Maak u wat dit betreft geen zorgen, het zit met Paulus wel goed.” U hoeft alleen maar te denken aan de sublieme uitspraak in dat verband: „Zo zijn zij wel vijanden aangaande het Evangelie, om uwentwil, maar aangaande de verkiezing zijn zij beminden, om der vaderen wil” (Romeinen 11:28). God kent dus geen gelovige lievelingen terwijl Hij geseculariseerde Joden laat vallen.
U verschuilt zich mooi achter de grote apostel, maar daarom wil ik vragen: „Bent u zelf geen vervangingstheoloog?” Nu begrijp ik dat u zo’n suggestie direct als een misplaatste grap ver van u zult werpen. Toch bedoel ik het heel serieus. U schrijft terecht: „Het Joodse volk heeft door Gods verkiezing nog niet een bijzondere kwaliteit in zichzélf.” Klopt. Van meet af aan is Israël ingeprent dat het niet gekozen is omdat het zo voortreffelijk zou zijn. Alleen moeten wij erkennen dat God met héél Zijn volk een bijzondere weg wil gaan.
Zonder nu onvriendelijk te willen zijn, voel ik me ertoe gedrongen te attenderen op de waarschuwing van de apostel: „Wees niet hoogmoedig, maar heb ontzag voor God” (Romeinen 11:20). Zelf huiver ik altijd bij het lezen van die woorden. We moeten ervoor waken dat we ons niet verheffen boven het volk dat de Eeuwige heeft uitverkoren om de wereld heil te brengen. Vreemd genoeg doorzag Hitler beter dan de kerken dat God een plan heeft met Zijn volk. Zonder onderscheid moesten geseculariseerde Joden, maar ook hun volksgenoten die gelovig waren en zelfs degenen die beleden dat Jezus de beloofde Messias is, een Jodenster dragen. Allen werden ze als slachtvee afgevoerd naar de gaskamers.
Na de Shoah kreeg het volk zestig jaar geleden de mogelijkheid een eigen staat op te richten. Schuldbesef bij ons hoeft niet te werken als een sluier, waardoor het leed verborgen blijft dat de Palestijnen daarbij is aangedaan. Soms wordt gesuggereerd dat de Arabieren opgezadeld zijn met het probleem dat wij de Joden geen beschermde plaats konden bieden in West Europa. Maar moeten we op basis van de Schrift niet zeggen dat het gaat om de vervulling van de profetische beloften? Daarom denk ik dat we solidariteit mogen bewijzen aan het Joodse volk. En dat sluit niet uit dat we ook een kritische houding innemen ten opzichte van het beleid van de Israëlische regering. Alleen niet arrogant, want de vermaning van Paulus mag niet in de koude kleren blijven zitten.
Graag zie ik uw reactie tegemoet.
Ds. G. H. Abma