De aanleiding voor de Schouwse ”cartoonrel” ligt in een vermeend misbruik van publieke gelden. Het college had de post representatie niet mogen gebruiken voor een verkapte subsidie voor stichting Stokosmos, die de Nadere Reformatie in Zeeland onderzoekt. Met andere woorden: de burgemeester is fout geweest door Stokosmos te bevoordelen.Eerste burger J. J. P. M. Asselbergs (VVD) van Schouwen-Duiveland werpt die aantijgingen verre van zich. „Vorig jaar heb ik een inleiding mogen houden op een bijeenkomst van Stokosmos in Zierikzee. Ik heb toen gezegd dat wij het als gemeentebestuur op prijs zouden stellen dat ook in 2008 de jaarlijkse bijeenkomst in Zierikzee zou plaatshebben, omdat de Nadere Reformatie 400 jaar geleden zijn wortels had in deze stad. Een aantal maanden geleden heeft het bestuur van Stokosmos gevraagd om bij te dragen in de kosten. Wij hebben daarin graag bewilligd.”

Maar waarom uit de post representatie?
„Ik ben zelf een soort gastheer op de bijeenkomst eind april en zal ook een inleiding houden. Dan vind ik het niet vreemd als je ook een drankje aanbiedt. Hetzelfde hebben we gedaan bij een bijeenkomst over Zeeuwse klederdracht die op het eiland werd gehouden. Toen hebben we ook een kopje koffie aangeboden. Dat wordt dan op één lijn gezet met oneigenlijk subsidiëren, maar wij zien dat heel anders. We stellen het zeer op prijs dat dit soort bijeenkomsten hier plaatsvinden.”

Wat dacht u toen u de omstreden cartoon zag?
„Ik dacht onmiddellijk: Moet dit nou weer? Als christen kan ik me heel goed voorstellen dat mensen dit meer dan beledigend vinden. Zo spreek je niet over het bloed van de Heer. Tegelijk heb ik daar niets over te zeggen; de grenzen hiervoor bepaalt de cartoonist en de hoofdredacteur.”

Had u de huidige commotie verwacht?
„Dat hier commentaar op komt, kun je verwachten. Ik heb begrepen dat de filiaalhouder van de C1000 in Bruinisse de bladen uit de schappen heeft verwijderd. Dat kan ik me best voorstellen, zeker in een kern als Bru. Tegelijk is er nu eenmaal een behoorlijke vrijheid van meningsuiting. Ik heb te aanvaarden, en waarom ook niet, dat een cartoonist dit doet.”

Neemt u contact op met de krant?
„We zullen hier wel over spreken in het college, maar eigenlijk reageren we nooit op dit soort stukken. Wij zijn niet de vertegenwoordiger van een bepaalde groep inwoners. Waar ligt dan de grens? Als we ons hier in zouden mengen, gaan we ons bemoeien met een stukje persvrijheid. Dat is niet de bedoeling.”