„Al-Qaida is geen supermacht”
De jihad in Irak verloopt niet naar wens. De verwachting is dat al-Qaida andere gebieden gaat zoeken voor de heilige oorlog. In het grensgebied van Pakistan en Afghanistan wordt de organisatie sterker. Israël heeft het geluk dat de Palestijnse strijd geen prioriteit heeft voor al-Qaida. Maar sympathisanten van de organisatie zijn er genoeg en die kunnen het land grote last bezorgen. Vanuit Gaza bijvoorbeeld.
De strijd in Irak diende om de wereldwijde jihad nieuw leven in te blazen. Al-Qaida was namelijk een belangrijk steunpunt kwijtgeraakt met het offensief van de VS en hun bondgenoten tegen de taliban in Afghanistan. De organisatie richtte haar aandacht vervolgens op Irak. Al-Qaida wenste de VS in een mensenlevens en dollars verslindende oorlog te trekken. Dat is weliswaar gelukt, maar de aftocht waarin de strijd zou resulteren, is uitgebleven. Na de overwinning in Irak wilde al-Qaida de strijd richten op de in haar ogen corrupte Arabische regimes in Egypte, Saudi-Arabië, Pakistan en Jordanië.Al-Qaida kreeg al een zware tegenslag te verwerken toen in juni 2006 Abu Musab al-Zarqawi het leven liet bij een Amerikaanse luchtaanval. Hij gaf leiding aan een serie bloedige terreuraanslagen, waaronder de onthoofding van buitenlanders. Nu moet al-Qaida met lede ogen toezien hoe strijders zich afwenden. Veel soennieten hebben zich aangesloten bij de Sahwastrijdmacht, die door Amerika wordt gesteund. The Washington Post citeerde onlangs uit een dagboek van een al-Qaidaleider dat door Amerikaanse soldaten werd gevonden. Hij schrijft dat het aantal strijders waarover hij beschikt is gedaald van 600 naar 20 of minder.
’s Werelds beruchtste terreurorganisatie geeft zich echter allesbehalve gewonnen. Veel Amerikaanse officieren zien de organisatie nog steeds als de belangrijkste bedreiging voor de veiligheid in Irak. De Amerikaanse en Iraakse troepen bereiden een aanval voor op de provincie Mosul, waar de organisatie sterk is.
Het lijkt erop dat al-Qaida de aandacht op andere landen richt. In de afgelopen paar jaar heeft ze haar strijd geconcentreerd op het grensgebied van Afghanistan en Pakistan. Al-Qaida en de taliban strijden samen om hun invloed in Pakistan te vergroten. Het regime van de Pakistaanse president Pervez Musharraf zien ze als een afvallig bewind, omdat het samenwerkt met de VS. De strijd uit zich in Pakistan in een toenemend aantal zelfmoordaanslagen.
„Al-Qaida staat op het punt Irak op te geven als het brandpunt van de wereldwijde strijd”, zegt al-Qaidadeskundige Yoram Schweitzer, specialist op het gebied van terreurbewegingen bij het Instituut voor Nationale Veiligheidsstudies in Tel Aviv. „Het goede nieuws is dat een nederlaag voor al-Qaida goed nieuws is voor iedereen. Dat geldt niet alleen voor de Irakezen zelf, maar ook voor het Westen. Het slechte nieuws is dat de energie en de capaciteit nieuwe uitlaatkleppen nodig hebben.”
De Palestijnen genieten geen topprioriteit bij al-Qaida’s wereldwijde jihad. De organisatie moet niets hebben van de Palestijnse president Mahmud Abbas. Hij wordt beschouwd als een vazal van het Westen en als iemand die collaboreert met Israël en de VS. Hamas daarentegen oogstte aanvankelijk respect met zijn zelfmoordaanslagen op Israëlische burgers. Maar toen Hamas besloot mee te doen aan de Palestijnse verkiezingen, kreeg hij de wind van voren. Al-Qaida gelooft namelijk dat democratie verderfelijk is. Ook is in de ogen van de jihadisten het aanbod van Hamas om met Israël een akkoord over een staakt-het-vuren te sluiten, niets minder dan geloofsafval.
Hamas liet de kritiek niet passief over zich heengaan. Schweitzer: „Haniyah (de premier van Hamas in de Gazastrook, AM) zei dat Hamas zijn eigen wegen bewandelt, toegewijd is aan de islamitische zaak en Palestina wil bevrijden. Hamas nam duidelijk afstand van al-Qaida.” Een voormalig hoofd van de Mossad, Efraim Halevy, zei deze week in een interview met het tijdschrift Mother Jones: „Hamas kan af en toe tactische, tijdelijke contacten hebben gehad met al-Qaida, maar in wezen zijn ze elkaars aartsvijanden.”
Israël heeft, voor zover bekend, geen concrete informatie over al-Qaidacellen in Gaza. Dat zijn teams met leden die een opleiding hebben ontvangen van al-Qaida in Pakistan en onder diens commando in de Palestijnse gebieden moeten opereren. Maar er bestaan wel groepen die zich met al-Qaida identificeren en zich erdoor laten beïnvloeden. Dat zijn bijvoorbeeld het Leger van Islam, het Leger van de Natie, al-Qaida in Palestina en de Heilige Strijders van Jeruzalem.
Andere gedragen zich in de geest van al-Qaida: ze blazen internetcafés op, ze verstoren bruiloften en dames die zonder hoofddoek op de beeldbuis verschijnen, worden bedreigd. Gewapende mannen bliezen de bibliotheek van de YMCA in de Gazastrook op om te protesteren tegen het „belachelijk maken” van Mohammed in Deense kranten. The Jerusalem Post meldde dat groepen die aan al-Qaida zijn verbonden de afgelopen twee jaar de verantwoordelijkheid hebben opgeëist voor aanslagen op christenen en christelijke instellingen. De extremisten lieten weten dat ze met hun aanslagen zullen doorgaan totdat alle 3000 christenen de Gazastrook hebben verlaten.
The Jerusalem Post citeerde een functionaris van de Palestijnse Autoriteit, die zei dat tientallen al-Qaida-activisten de Gazastrook zijn binnentrokken. Sommigen zijn gerekruteerd door Hamas en Islamitische Jihad. „Ze brachten tonnen explosieven en diverse soorten wapens mee, waaronder antitank- en antivliegtuigraketten”, aldus de functionaris.
Al-Qaida ziet de Sinaïwoestijn als een gebied waar de Egyptische regering weinig invloed heeft. De organisatie voerde verschillende aanslagen uit in badplaatsen die door toeristen worden bezocht. Volgens Schweitzer gaat het niet om aanslagen van al-Qaida zelf, maar om acties van ontevreden bedoeïenen die opereren volgens al-Qaidarichtlijnen.
Schweitzer wijst erop dat al-Qaida slechts beperkte middelen heeft. De activisten kunnen niet overal op de wereld tegen iedereen strijden. Israël heeft voor hen geen topprioriteit. „Al-Qaida is geen supermacht. Het heeft geen onbegrensde mogelijkheden en capaciteiten.”