Golf van „nieuwe honger” op komst
BRUSSEL - De sinds de zomer van 2007 sterk gestegen prijzen voor olie en voedsel veroorzaken „nieuwe honger” in Latijns-Amerika, Azië en Afrika.
Het hoofd van het Wereldvoedselprogramma, Josette Sheeran, heeft hierover donderdag alarm geslagen.Sheeran wees erop dat de prijzen van olie en granen sinds midden 2007 met 40 procent zijn gestegen, waardoor het WFP op de begroting voor 2008 een tekort heeft van ongeveer 330 miljoen euro. Zij wijt de stijgingen aan de economische opkomst van China en India, slechte oogsten en droogte, alsmede het toenemende gebruik van biobrandstoffen. Het nettoresultaat „is dat wij nieuwe hongerigen zien” in Latijns-Amerika, Azië en Afrika, zei zij.
Sheeran noemde als voorbeeld Afghanistan, waar miljoenen door honger worden bedreigd. „Er zijn 2,5 miljoen mensen in Afghanistan die zich niet langer de prijs van tarwe kunnen veroorloven”, zei Sheeran.
Haar organisatie riep eind januari de internationale gemeenschap op om ruim 50 miljoen euro extra ter beschikking te stellen voor voedselhulp in Afghanistan. Daarvoor moest 89 duizend ton voedsel worden ingekocht. Inmiddels is ongeveer tweederde van het benodigde bedrag ontvangen en kan tot halverwege 2008 hulp worden geboden, zei Sheeran.
Het WFP begon deze week in Afghanistan met het op grote schaal uitdelen van levensmiddelen. De voedselverdeling moet voltooid zijn voor de zomeroogst, om de boeren niet te ontmoedigen tarwe te planten voor de binnenlandse markt en hun eigen behoefte.
Er is wereldwijd reden voor grote bezorgdheid, zei Sheeran. De voedselreserves zijn in geen dertig jaar zo gering geweest. Begin 2007 waren er nog noodvoorraden voor 169 dagen, nu nog maar voor 53 dagen. Sheeran refereerde aan recente voedselrellen in Burkino Faso, Kameroen, Senegal en Marokko, en waarschuwde voor ondervoeding en meer sociale onrust als niet snel maatregelen worden genomen.