Raul Castro volgt Fidel op als president van Cuba
HAVANA (AP) - De 76-jarige Raul Castro is zondag door het Cubaanse parlement in Havana tot nieuw staatshoofd gekozen. Hij volgt zijn vijf jaar oudere broer Fidel op, die het communistische land bijna een halve eeuw lang regeerde en pogingen van tien Amerikaanse presidenten om hem uit het zadel te krijgen wist te weerstaan.
Castro had zijn taken als staatshoofd en regeringsleider al voorlopig aan Raul overgedragen toen hij medio 2006 een operatie moest ondergaan. Ten teken dat er in Cuba voorlopig niet veel zal veranderen koos het parlement José Ramon Machado, een oude strijdmakker van de twee broers uit de tijd van de revolutie aan het eind van de jaren ’50, tot eerste vice-president.Raul Castro benadrukte dat zijn broer de hoogste baas blijft. Zijn voorstel om Fidel bij alle belangrijke staatsbeslissingen te raadplegen werd bij acclamatie aanvaard. In zijn eerste toespraak als president stelde Raul voor de rol die Fidel lange tijd vervulde te laten overnemen door de Communistische Partij, waarvan hij formeel de leider blijft. De partij garandeert de eenheid van het land en is de sturende en hoogste kracht van de samenleving en de staat, zei Raul. ’Deze overtuiging is van bijzonder belang nu de generatie grondleggers van de revolutie verdwijnt’, voegde hij eraan toe.
Het op 20 januari voor vijf jaar verkozen parlement kwam zondag bijeen om een nieuwe, 31 leden tellende staatsraad te kiezen waarvan de president staatshoofd en regeringsleider is. Behalve Machado (77) werden nog vijf andere vice-presidenten gekozen: Carlos Lage (56), Juan Almeida Bosque (80), Abelardo Colome Ibarra (68), Esteban Lazo Hernandez (63) en generaal Julio Casas Regueiro (71). Secretaris van de staatsraad blijft José Miyar Barrueco. Ricardo Alarcon, wiens naam ook in verband was gebracht met het presidentschap, werd herkozen als parlementsvoorzitter.
De Amerikaanse minister van buitenlandse zaken Condoleezza Rice gaf voor de verkiezing van de Cubaanse staatsraad een verklaring uit waarin zij de Cubaanse regering opriep een proces van ’vreedzame, democratische verandering’ in gang te zetten door alle politieke gevangenen vrij te laten, mensenrechten te eerbiedigen en de weg te bereiden naar vrije en eerlijke verkiezingen.
De Venezolaanse president Hugo Chavez, een vriend van Castro, zei dat de wisseling van de wacht in Havana ’zonder enig trauma’ verliep.