Het staakt-het-vuren van het Mahdi Leger wordt gezien als een van drie ontwikkelingen die de afgelopen maanden een daling van het aantal geweldsslachtoffers in Irak teweeg hebben gebracht. De andere ontwikkelingen zijn de inzet van extra Amerikaanse troepen en de trend dat soennitische Irakezen in toenemende mate terreurorganisaties als al-Qaida de rug toekeren.Al-Sadr kondigde de wapenstilstand in augustus af om een dreigend schisma onder de sjiitische moslims in Irak te voorkomen. Vlak daarvoor waren zijn aanhangers in een felle strijd verwikkeld geraakt met de Badr-milities van de eveneens sjiitische politieke partij de Opperste Islamitische Raad van Irak. Deze interne strijd was schadelijk voor Al-Sadrs reputatie als een voorstander van nationale eenheid in Irak.

De Amerikanen beschuldigen Al-Sadr er geregeld van het etnische geweld aan te wakkeren met behulp van zijn milities. Al-Sadr leidde in 2004 twee grote opstanden tegen de Amerikaanse bezetters. De Amerikanen noemden Al-Sadr toen nog de grootste bedreiging voor de veiligheid van Irak. Gisteren prezen de Amerikaanse militairen in Irak via een woordvoerder Al-Sadrs belangrijke bijdrage aan de veiligheid in Irak.

Al-Sadr is geregeld lange tijd buiten beeld. Hij zou zich dan onder meer in Iran aan religieuze studies wijden. Hij is als nationalistische politicus een der machtigsten in het land, maar als geestelijke staat Al-Sadr nog onder aan de ladder.