Een woordvoerder zei dat er vóór zaterdag een nieuwe regering zal zijn die als voornaamste taak krijgt verkiezingen te organiseren. Deuba en zijn kabinet zijn daar volgens Gyanendra niet toe in staat.

De verkiezingen hadden in zes fasen gehouden moeten worden, tussen 13 november aanstaande en januari 2003. De koning schoof de premier afgelopen vrijdag aan de kant nadat hij had gevraagd de verkiezingen een jaar uit te stellen in verband met de aanhoudende aanvallen van maoïstische rebellen. De rebellen hadden gezegd de verkiezingen te zullen verstoren.

Gyanendra heeft de verkiezingen evengoed uitgesteld. Hij heeft politieke partijen gevraagd binnen vijf dagen kandidaten voor te dragen om zitting te nemen in een interim-regering. Tot er een nieuwe regering is, zal het land worden bestuurd door de koning.

Deuba meent dat zijn ontslag in strijd is met de grondwet en probeert de steun te vergaren van politieke partijen in zijn land. Deuba heeft niet gezegd wat hij eventueel zal doen om te proberen zijn ontslag ongedaan te maken, maar de Nepalese grondwet biedt niet de mogelijkheid een besluit van de koning bij de rechter aan te vechten.

Het is voor het eerst sinds het Nepalese koningshuis in 1990 het grootste deel van zijn macht afstond en politieke partijen werden toegelaten, dat een premier en zijn regering door de koning zijn ontslagen. Gyanendra werd koning nadat de kroonprins vorig jaar koning Birendra, Gyanendra’s broer, en nog acht leden van de koninklijke familie had vermoord.

De paleiswoordvoerder zei dat de koning er meermalen op had aangedrongen de verkiezingen volgens plan te laten doorgaan. De premier zou daarop telkens met uitvluchten zijn gekomen om ze uit te stellen, klaarblijkelijk om tijd te winnen om zijn eigen politieke positie te versterken.

De steun voor Deuba was de laatste tijd al aan het afbrokkelen. Vorige week vormde hij zijn eigen partij, nadat hij uit de Nepalese Congrespartij was gezet na een conflict om het leiderschap van de partij.

De politie maakte zondag bekend dat twee ministers uit de ontslagen regering onder huisarrest zijn geplaatst op verdenking van corruptie. Het betreft de minister van Ruimtelijke Ordening en de minister van Informatie en Communicatie.