Margarita trouwt en krijgt baby
AMSTERDAM (ANP) – Prinses Margarita de Bourbon de Parme, de dochter van prinses Irene, gaat in mei van dit jaar trouwen met de jurist Tjalling ten Cate. Het paar verwacht in augustus een baby. Dat heeft de secretaresse van prinses Irene dinsdag laten weten.
Het aankomende bruidspaar woont sinds ongeveer een jaar samen in Amsterdam. Prinses Margarita (35) volgt sinds anderhalf jaar een opleiding interieurarchitectuur aan de Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten in Den Haag. Ze is ook al zelfstandig werkzaam als adviseur op dit gebied. Tjalling ten Cate (32) is sinds enige jaren jurist bij De Nederlandsche Bank.Het huwelijk zal alleen voor de wet en in kleine kring worden voltrokken. „Prinses Margarita en de heer Ten Cate realiseren zich dat gebeurtenissen als deze de aandacht van de pers zullen trekken. Zij hechten er evenwel sterk aan dat hun toekomstige gezinsleven buiten de publieke belangstelling blijft. Zij hopen van harte dat deze wens om in alle onbevangenheid en rust te leven, begrepen en gerespecteerd zal worden", benadrukt de secretaresse, Mariëtte Helmann.
Dat de relatie serieus was, bleek op 1 februari in het Amsterdamse Carré, waar het stel in gezelschap van koningin Beatrix en prinses Margriet arriveerde om de verjaardagen van Margarita’s tantes mee te vieren. Daaruit kan worden afgeleid dat de vorstin ook niet ontevreden is over de nieuwe verbintenis van haar nichtje.
Prinses Margarita was eerder getrouwd met Edwin de Roy van Zuydewijn. Halverwege het huwelijk bezorgde dit paar het Koninklijk Huis, waar het zelf niet toe behoorde, grote problemen door interviews in een weekblad en op televisie. Het uitte veel kritiek op onder anderen de koningin, die naderhand op een persconferentie in Chili zei de verhalen ’niet te herkennen’.
Wel werd duidelijk dat de veiligheidsdienst de gangen van Edwin de Roy van Zuydewijn was nagegaan in opdracht van het Kabinet der Koningin, dat in deze op eigen houtje had gehandeld. De verantwoordelijkheid voor het Kabinet van de Koningin werd daarop ondergebracht bij het ministerie van Algemene Zaken.