Maffia op het eiland Sicilië hapt naar adem
ROME - Bij een gemeenschappelijke Amerikaans-Italiaanse politie-inval zijn donderdag aan beide zijden van de Atlantische Oceaan bijna honderd mensen opgepakt op verdenking van lidmaatschap van de maffia. Ook andere signalen wijzen erop dat de maffia aan invloed verliest.
De Amerikaanse en de Italiaanse politie namen in totaal 91 mensen gevangen. De gearresteerden behoren bijna allen tot zogenaamde Italo-Amerikaanse maffiafamilies.De arrestatiegolf is een nieuwe tegenslag voor de Siciliaanse maffia, die zich probeert te herstellen van wat het einde lijkt te zijn van de dominantie van de Corleonesi. De clan uit het dorp Corleone, op 60 kilometer van Palermo, trok begin jaren tachtig onder leiding van Totò Riina de macht naar zich toe door op meedogenloze wijze zijn tegenstanders om te brengen.
Een belangrijk deel van de rivaliserende clans vluchtte naar de Verenigde Staten. Ook twee broers van de familie Inzerillo zochten hun toevlucht in New York nadat in 1981 twee andere broers waren vermoord. Maar zelfs in de VS sloeg de lange arm van de Corleonesi toe getuige de moord op de derde broer. Eind jaren negentig keerde de overgebleven broer, Francesco Inzerillo, terug omdat hij de Verenigde Staten was uitgezet. Hij mocht direct door naar de Italiaanse gevangenis.
Ook andere ballingen, zoals de Italo-Amerikaanse maffiosi werden genoemd, kwamen terug. Intussen was het klimaat in Sicilië veranderd. De Siciliaanse maffia-beter bekend als Cosa Nostra- was in 1994 een kopje kleiner gemaakt door de arrestatie van de hoogste baas Riina. Diens opvolger Bernardo Provenzano beëindigde definitief de maffiaoorlog om in stilte zijn belangen uit te breiden. De ballingen stortten zich op de Atlantische handel tussen Italië en de VS. Leden van deze families aan gene zijde van de oceaan werden gisteren opgepakt.
De recente arrestatiegolf is een bewijs dat het de autoriteiten ernst is. Afgezien van de periode na de moord op de onderzoekrechters Falcone en Borsellino en de arrestatie van Riina midden jaren negentig heeft de maffiabestrijding weinig prioriteit gehad. Uit procesakten is op te maken dat de politieke klasse in het algemeen veel door de vingers zag in ruil voor de stemmen uit het bevolkingsdichte Sicilië (5 miljoen inwoners).
Zo staat gerechtelijk vast dat oud-premier Andreotti contacten onderhield met de maffia, hoewel hij als gevolg van verjaring daarvoor nooit is veroordeeld. Ook ex-premier Berlusconi en de maffia hebben samengewerkt. Het bewijs is dat Berlusconi’s stroman Marcello Dell’Utri wegens medeplichtigheid voor negen jaar is veroordeeld. Maar ook zonder justitiële bewijslast kwam vast te staan dat met Berlusconi geen nieuwe wind op het eiland waaide. Tijdens de landelijke verkiezingen in 2001 won zijn coalitie 61 van de 61 zetels.
Ook opmerkelijk is dat Bernardo Provenzano na 42 jaar voortvluchtig te zijn geweest precies op de dag van de landelijke verkiezingen in 2006 werd gearresteerd. Hoewel de verkiezingsresultaten op het moment van de arrestatie nog niet bekend waren, stond Berlusconi in alle polls op zwaar verlies. Inderdaad zou hij het ook niet redden. Provenzano’s arrestatie was om te zeggen dat, nu het spel van de hoogste baas was uitgespeeld, ook de maffia kon worden aangepakt. Na Provenzano’s arrestatie bleef de politie aandringen. Bijna maandelijks werden vermeende maffiosi van hun bed gelicht. Voorlopig hoogtepunt was de arrestatie van Salvatore Lo Piccolo drie maanden geleden. Hij wordt beschouwd als een van de twee mogelijke opvolgers van Provenzano.
De 65-jarige Lo Piccolo behoorde tot de oudere generatie van de Corleonesi, die hun machtspositie hadden gevestigd op basis van geweld en afpersing. De pizzo, de verplichte betaling van zogenaamd beschermingsgeld, is een belangrijk middel om de middenstand en het bedrijfsleven onder controle te houden.
En juist tegen dit belangrijke drukmiddel, dat niet zozeer voor de bulk van de criminele inkomsten zorgt als wel voor territoriale controle, weren zich telkens meer mensen. Afgelopen zomer bepaalde de werkgeversorganisatie Confindustria dat ondernemers die pizzo betalen geschorst worden. Het is een teken dat de angst van Sicilianen voor Cosa Nostra wijkt.
Een ander belangrijk teken is de recente publicatie van een afgeluisterd gesprek tussen Francesco Inzerillo en twee van zijn neven die hem in de gevangenis opzochten. „Jullie moeten er vandoor”, zei Inzerillo. „Er is op Sicilië en in Italië geen toekomst voor ons.”