„Vrijspraak Van Dijke en imam niet terecht”
Kamerlid Van Dijke van de ChristenUnie en imam El-Moumni hadden beiden veroordeeld moeten worden. Dat vindt strafrechtdocent Afshin Ellian van de Universiteit van Amsterdam.
In het COC-orgaan Update stelt hij dat Van Dijke en El-Moumni uitspraken hebben gedaan die kunnen aanzetten tot homohaat. Beiden werden vrijgesproken omdat ze zich volgens de rechter baseerden op Bijbel en koran.
Ellian, die uit Iran afkomstig is, wijst erop dat de uitspraken van El-Moumni een gewelddadige uitstraling hebben in het licht van de cultuur in het Midden-Oosten. „Homoseksualiteit, dat betekent daar executie!” Hij vindt dat de vrijheid van godsdienst ingeperkt moet worden. De rechterlijke macht onderschat volgens hem het gevaar van onverdraagzaamheid. En: „Hoop op een louterende gedachtewisseling met fundamentalistische moslims getuigt van de grote naïviteit waarmee Nederland is behept”, aldus Ellian.
In een reactie op het betoog van Ellian zegt een aantal politici niets te voelen voor diens voorstel. Kamerlid Halsema van Groenlinks vindt dat de mogelijkheid moet blijven bestaan dat mensen opvattingen huldigen die niet passen binnen de tijd. „Bij religie hoort dat je alles mag geloven.”
Rouvoet (ChristenUnie) is het met Ellian eens dat niet iedereen alles mag zeggen. Basis daarbij is voor hem de Bijbel. Gelovige mensen hebben de verplichting zorgvuldig met hun woorden om te gaan, benadrukt hij.
Dittrich (D66) en Van Oerle (CDA) zijn eveneens van mening dat de vrijheid van meningsuiting en van godsdienst niet zomaar ingeperkt kunnen en moeten worden. Afweging van grondrechten is volgens hen in het uiterste geval aan de rechter.