Japan in de ban van voedselvergiftiging
TOKYO - Bijna 4000 Japanners zijn ziek geworden na het eten van vergiftigde gyoza (pasteitjes met varkensvlees) geïmporteerd uit China. De vergiftiging kwam afgelopen week voor het eerst aan het licht en heeft zich deze week dramatisch verspreid over geheel Japan. Japan is in de ban van een voedselpaniek.
Bij ten minste 10 van de bijna 4000 zieke mensen is vergiftiging door het bestrijdingsmiddel methamidophos geconstateerd. De Japanse politie heeft sporen van het bestrijdingsmiddel gevonden op de verpakking van ingevroren gyoza gemaakt door het Chinese bedrijf Tianyang Food Processing.Volgens onderzoek gedaan door Co-op Net was de dichtheid van het bestrijdingsmiddel 100 tot 400 maal hoger dan de maatstaf voor de groenten die in gyoza worden gebruikt.
Een woordvoerder van het inspectiebedrijf Japan Frozen Foods Inspection zei in een interview met dagblad The Japan Times dat in Japan nooit eerder sprake is geweest van een dergelijke voedselvergiftiging. „Dit is zonder precedent. We begrijpen niet hoe zo’n grote hoeveelheid bestrijdingsmiddel in de gyoza kon terechtkomen.”
„Gezien de aanwijzingen die we tot nog toe hebben, denken we aan een misdrijf”, zei de Japanse minister van Volksgezondheid Yoichi Masuzoe dinsdag tegen het Japanse parlement.
De pakken gyoza waren verpakt in dozen die enkele dagen na productie verzegelde containers ingingen. De Japanse politie gelooft daarom dat de vergiftiging heeft plaatsgevonden bij het Chinese bedrijf.
Japanse media berichten dat in december 14 van de 100 werknemers die gyoza maken, werden ontslagen, terwijl ze dertien uur per dag werkten zonder pauzes. Werknemers die zijn geïnterviewd door Japanse nieuwsprogramma’s toonden grote ontevredenheid.
Hoewel er geen aanwijzingen zijn dat een ontevreden werknemer het voedsel heeft vergiftigd, bewijst het incident hoe onveilig de Japanse voedselvoorziening is. Het hoofd van criminele onderzoeken van het nationale politiebureau Tsuyoshi Yoneda noemt het „een uiterst serieuze zaak die de voedselveiligheid van ons land bedreigt.”
Voedselveiligheid is een gevoelig onderwerp in Japan. Het land is zwaar afhankelijk van geïmporteerd voedsel. Slechts 26 procent van wat de Japanners in hun mond stoppen, komt uit het land zelf.
De vergiftiging heeft de natie dan ook diep geschokt. De verkoop van ingevroren maaltijden en Chinees voedsel is deze week gekelderd. „Klanten kopen zelfs geen Chinese groenten meer die in Japan zijn verbouwd”, zegt een medewerkster van de Japanse supermarktketen Daiei. „Mensen zijn echt doodsbang.”
„Het heeft mogelijk een negatieve invloed op de Japans-Chinese relaties”, zei de Japanse minister van Buitenlandse Zaken, Masahiko Komura, dinsdag.
De economische schade wordt nog hoger geschat dan de politieke en diplomatieke problemen. Het Japanse ministerie van Volksgezondheid heeft negentien Japanse importeurs die ingevroren producten verkopen van Tianyang Food Processing reeds verorderd geen producten meer te verkopen van het Chinese bedrijf. De Japanse Co-op neemt 15 miljoen producten uit de handel. Een andere importeur, JT Foods, is begonnen met het terugnemen van tegen de 28 miljoen producten. En dat zijn slechts twee van de negentien bedrijven.
Maar de schade lijkt nu al onherstelbaar. Japanse consumenten zijn doodsbang voor alle voedsel uit China. De waarde van de Chinese voedselexport naar Japan lag volgens statistieken van het Japanse ministerie van Financiën vorig jaar op 6 biljoen yen (38 miljard euro). De helft van de Japanse voedselimport komt uit China. Zonder China kunnen veel Japanse bedrijven niet meer bestaan.
Economisch analisten voorspellen dan ook dat dit incident zwaar in de Japanse voedselindustrie gaat ingrijpen. Veel bedrijven zullen moeten fuseren met concurrenten om te kunnen overleven.