Uit eerder onderzoek is naar voren gekomen dat in Nederland jaarlijks bij benadering vijftien keer het leven van een ernstig zieke en zwaar gehandicapte baby actief beëindigd wordt. Het kabinet had de Commissie Levensbeëindiging Pasgeborenen vorig jaar in het leven geroepen om meer zicht te krijgen op deze praktijk.Prof. Hubben is verrast door het feit dat hij geen enkele melding van artsen ontving. „Ik moet aannemen op grond van cijfers in het verleden, dat zich ook nu gevallen voordoen. Maar we tasten daarover in het duister en dat is precies het omgekeerde van wat bedoeld werd met het instellen van de commissie: bij zo’n belangrijk onderwerp de transparantie bevorderen.”

CDA-woordvoerder Ormel vindt het schokkend dat artsen euthanasie bij baby’s niet melden. Hij wil dat het kabinet hoe dan ook zorgt voor transparantie op dit gevoelige terrein. „Als het niet goedschiks kan, dan kwaadschiks”, aldus Ormel in Netwerk. Volgens Ormel is het in het belang van de beroepsgroep zelf dat er gemeld wordt. Hij wil actie van minister Hirsch Ballin: „Ik ga dit punt nadrukkelijk naar voren brengen en verlang van de minister dat deze situatie in ieder geval niet blijft bestaan.”

De levensbeëindiging bij pasgeborenen heeft meer dan eens geleid tot zware kritiek vanuit het buitenland. Om daarop te reageren, is volgens prof. Hubben openheid noodzakelijk. „Maar de moeilijkheid is, dat wij ook niet goed zicht hebben op hoe het nou zit omdat onze commissie, die nu bijna een jaar bestaat, geen meldingen heeft gekregen.”

Over de toelaatbaarheid van het doden van ernstig zieke baby’s bestaat verschil van mening tussen de Nederlandse ziekenhuizen. Prof. Hubben vindt dat hierover geen verschil van mening mag bestaan omdat het over „een onomkeerbare beslissing” gaat.