Alleen nieuwe kieswet kan Italië redden
ROME - Dat een Italiaanse regering valt, is niets bijzonders. Sinds de Tweede Wereldoorlog viel al 61 keer een kabinet uit elkaar. Prodi is nummer 62 op de lijst. Hij is twintig maanden lang regeringschef geweest. Niets nieuws onder de zon dus. Of toch wel?
In zijn toespraak donderdagavond in de Senaat voordat de vertrouwensvraag werd gesteld, waarin hij twijfelaars over de streep wilde trekken, zei Romano Prodi voor de goed verstaander iets opmerkelijks. „Men kan niet aan het oordeel van het volk ontkomen.”Hij leek aan te geven dat het twee voor twaalf is. De klok tikt voor de politiek. Het vertrouwen in het parlement bij de bevolking zit op een dieptepunt (nog geen 25 procent volgens een peiling deze week), de weerstand tegen het politieke bedrijf is groot.
Een signaal is de grote populariteit én invloed van Beppe Grillo, van huis uit komiek, die een massale campagne via internet houdt om schoon schip te maken in het parlement. Een ander signaal is de miljoenenverkoop van het boek ”De kaste”, waarin alle uitwassen van het politieke bedrijf de revue passeren, in een land waar van bestsellers zelden meer dan 100.000 exemplaren worden verkocht.
Functioneerde de Italiaanse politiek vroeger dan wel? De politiek had de laatste 25 jaar geen beste reputatie, maar het niveau van tegenwoordig is wel bijzonder laag. Tijdens het debat donderdag in de Senaat werd een senator die anders stemde dan zijn partijgenoot wenste, bespuugd en uitgescholden. Toen Senaatsvoorzitter Franco Marini de uitslag van de stemming voorlas, waaruit bleek dat Prodi’s kabinet was gevallen, werd bij de banken van de rechtse partij Nationale Alliantie, de champagne ontkurkt. „We zitten niet in een kroeg,” zei de senaatsvoorzitter witheet van woede.
Wat de gemiddelde Italiaan zeer deprimerend vindt is dat na de politieke opruiming van de jaren negentig, waarbij onder invloed van een corruptieonderzoek een groot deel van het politieke establishment naar huis of de gevangenis werd gestuurd, er weinig veranderd is. De moraal kwam niet terug. Integendeel, Berlusconi kwam en een nog onbeschaamdere manier van politiek bedrijven werd gemeengoed. Veel politici bedrijven politiek uitsluitend om de belangen van henzelf of een beperkte groep te dienen.
Zo eiste vorige week de rechter vijf jaar celstraf wegens corruptie tegen de gouverneur van Sicilië. De man trad niet af, maar trakteerde zijn medewerkers op taart uit tevredenheid omdat de rechter niet had kunnen aantonen dat hij een maffioso was. En dan Clemente Mastella. De minister van Justitie trok zich vorige week terug uit de regering. Ging het om zaken van algemeen belang? Nee, Mastella’s vrouw was onder huisarrest geplaatst in een onderzoek naar corruptie.
Mastella en de zijnen trokken hun steun in en lieten het kabinet vallen. Dat heeft Prodi toch echt aan zichzelf te wijten. Toen de voormalige voorzitter van de Europese Commissie na zijn verkiezingswinst in april 2006 de regering vormde kon hij niet om de partij van Mastella heen. De Udeur, een partij die naar eigen zeggen rooms-katholiek is en maar ongeveer 1 procent van het electoraat vertegenwoordigt, hielp Prodi aan een meerderheid. Mastella kreeg een beloning. Maar waarom moest Prodi Mastella uitgerekend de ministerpost van Justitie geven? Rond Mastella, afkomstig uit het zuidelijke gewest Campanië, hangt al sinds jaar en dag de geur van belangenverstrengeling en corruptie. Waarom Mastella uitgerekend de portefeuille gegeven die in Italië, waar de maffia zo’n grote invloed heeft, enorm van gewicht is?
Maar eigenlijk is Prodi niet gevallen om Mastella. Prodi’s einde, en vermoedelijk definitieve einde als prominent politicus, heeft vooral te maken met de kieswet, die kleine partijen onevenredig veel invloed biedt. Prodi moest twintig maanden lang rekening houden met de belangen van negen partijen, uiteenlopend van leninisten tot rooms-katholieken.
Voor de (economisch en sociale) toekomst van Italië is het om het even of er vanaf vandaag wordt getracht een technische regering te formeren, mogelijk onder leiding van Marini, of dat er onmiddellijk nieuwe verkiezingen worden uitgeschreven. Zolang de kieswet niet verandert, blijft de Italiaanse politiek in zichzelf gekeerd. En worden de echte problemen niet aangepakt.
Het einde van Romano Prodi wil niet zeggen dat Silvio Berlusconi terugkeert. Als de gemiddelde Italiaan zijn politici moe is, dan moet hij ook de aanvoerder van centrumrechts moe zijn, de 71-jarige Silvio Berlusconi, die het nationaal duurrecord minister-president (vijf jaar) op zijn naam heeft staan, maar Italië niet in de vaart der volkeren heeft opgestuwd.
De enige politieke leider met krediet is Walter Veltroni, de burgemeester van Rome. Als nieuwe voorzitter van de grootste centrumlinkse partij Democratische Partij is hij een nieuw gezicht. En hij spreekt aan met zijn oproep tot hervormingen en vernieuwingen. Het bewijs is Rome, een stad die in de lift zit.