– Vorig jaar afgesproken doelen: EU stoot in 2020 20 procent minder broeikasgassen uit dan in 1990; haalt 20 procent van zijn energie uit hernieuwbare bronnen (water, zon, wind, biomassa) en mengt 10 procent biobrandstof bij gewone brandstoffen voor transport.– Nieuwe opdrachten: rijke landen moeten meer doen aan kooldioxidevermindering dan arme landen, die in sommige gevallen zelfs meer mogen uitstoten. Nederland moet in 2020 16 procent verminderen. Iedereen moet tussen de 10 en 13 procent meer hernieuwbare energie produceren. Nederland komt op een totaal van 14 procent in 2020, Zweden bijvoorbeeld op 49 procent.

– Kosten: geschat op 60 miljard euro per jaar. Besparing op energie-import geschat op 50 miljard euro per jaar. Minder kosten door minder maatregelen tegen luchtvervuiling, in 2020 besparing van 11 miljard euro per jaar.

– Handel in uitstootrechten: uitgebreid naar meer industrieën, zoals chemie en aluminimum. Ook luchtvaart gaat er gefaseerd onder vallen. De 12.000 energieslurpende bedrijven in industrieën als staal, aluminum en cement krijgen eerst de uitstootrechten gratis, maar moeten ze vanaf 2013 ook kopen.

– Biobrandstoffen: de productie ervan mag niet slecht zijn voor het milieu. Soms kost de productie zoveel energie dat er per saldo juist meer CO2 wordt uitgestoten. Ook ontbossing moet worden tegengegaan. De biobrandstoffen moeten in 2020 10 procent uitmaken van de brandstof voor transport.

– CO2–opslag: er komt meer onderzoek naar het met filters afvangen van CO2 om het vervolgens ondergronds op te slaan.

– Toekomst: EU-landen die zwaar worden belast gaan protesteren. Bedrijfsleven klaagt over een verslechterde internationale concurrentiepositie door het moeten kopen van uitstootrechten. Milieuorganisaties vinden het voorstel te slap. Zowel de EU-landen als het Europees Parlement moeten instemmen met de voorstellen.