Kindersterfte op historisch laag punt
GENEVE - Van alle landen heeft een kind in Sierra Leone de grootste kans om voor zijn vijfde verjaardag te overlijden, op de voet gevolgd door Angola en Afghanistan. Dat staat in een dinsdag gepubliceerd rapport over kindersterfte van Unicef, gebaseerd op cijfers uit 2006. Hoewel de kindersterfte wereldwijd nog nooit zo laag was, spreekt Unicefdirecteur Ann Veneman van een onacceptabele situatie.
In 2006 stierven wereldwijd ongeveer 9,7 miljoen kinderen in de eerste vijf jaar van hun leven, voor het merendeel aan eenvoudig te behandelen kwalen zoals diarree, malaria en ondervoeding. In arme landen blijven ook de mazelen slachtoffers maken, hoewel er tegen die ziekte een vaccin bestaat. Om die reden noemt Veneman het dagelijkse verlies van 26.000 kinderlevens onacceptabel.Over de gehele wereldpopulatie genomen lag de kindersterfte in 2006 in de eerste vijf levensjaren op 72 per 1000, maar er is sprake van een zeer ongelijke verdeling. Terwijl het promillage in rijke landen 6 bedroeg, stierven in Sierra Leone 270 kinderen op elke duizend geborenen. In Angola lag dat cijfer op 260 en in Afghanistan op 257.
De grootste successen van de afgelopen jaren zijn volgens het rapport geboekt door verbeteringen in de lokale gezondheidsvoorzieningen. Vaccinaties, met insecticide geïmpregneerde klamboes en vitaminesupplementen zijn volgens de organisatie enkele eenvoudige, maar doeltreffende middelen om kinderlevens te redden. Het probleem is echter om deze middelen overal, tot in de meest afgelegen gebieden, te verspreiden. Van de dertig landen met de hoogste kindersterfte bevinden zich er 28 in het deel van Afrika ten zuiden van de Sahara. Dit gebied neemt ongeveer de helft van de wereldwijde kindersterfte voor zijn rekening, terwijl er slechts een kwart van de wereldbevolking leeft.
De Verenigde Naties hebben de doelstelling geformuleerd om in 2015 de kindersterfte met twee derde te hebben teruggebracht ten opzichte van het niveau van 1990. Tot en met 2006 is een afname van 23 procent waargenomen, zodat in de komende jaren de kindersterfte gehalveerd moet worden om de doelstelling alsnog te halen. In Zuid-Azië stierf in 2006 één op de twaalf kinderen voor zijn vijfde, in Afrika ten zuiden van de Sahara zelfs één op de zes.
Om de millenniumdoelstelling voor kindersterfte toch te halen, stelt Unicef voor de inspanningen te concentreren in de armste landen en de landen die te kampen hebben met aids, oorlogen, analfabetisme en slecht bestuur.
