De commissie van deskundigen onder leiding van oud-minister J. Remkes adviseert de provincie Utrecht nader onderzoek te doen naar de situatie in de polder. Gistermiddag werd het rapport openbaar gemaakt. Maandagavond presenteerde de commissie haar bevindingen aan circa 250 bewoners.Het gebied kampt met grondwaterproblemen en bodembemaling. Dat komt omdat het een van de weinige gebieden in Nederland is waar een ondoorlatende kleilaag ontbreekt. Bovendien ligt de polder, tussen de dorpen Wilnis en Mijdrecht, 6 meter onder de waterspiegel. Hierdoor is het grondwaterpeil hoog. Bovendien is er vijf- tot zesmaal zo veel kwelwater als elders, zodat het water voortdurend weggemalen moet worden om overlast te voorkomen.

De kosten hiervan zijn hoog. Door de dreigende klimaatsverandering nemen de problemen alleen maar toe. Bovendien is het kwelwater van slechte kwaliteit en zou het gevaar dreigen dat de bodem door de druk van onderaf openbarst. Om aan al die problemen een einde te maken, opperde de provincie Utrecht te stoppen met het wegpompen van het water. Het gebied zou dan onder water komen te staan en als waterberging gaan dienen. Ongeveer honderd gezinnen zouden hun huis dan moeten verlaten.

Op verzoek van de provincie onderzocht de commissie-Remkes de volledigheid en juistheid van eerdere onderzoeken op het gebied van water en bodem in de polder Groot Mijdrecht Noord. De commissie erkent de problemen, maar kwalificeert anderzijds de gedane onderzoeken als „onvoldoende.” Men stelt vast dat de bestaande onderzoeken te weinig onderlinge samenhang vertonen. Bovendien zijn studies en modellen uit andere situaties zonder aanpassing toegepast op Groot Mijdrecht. Ook stelt Remkes vast dat het door het hoogheemraadschap gesignaleerde gevaar van het openbarsten van de bodem „uiterst summier” verantwoord is en geldt voor andere omstandigheden dan zich in Groot Mijdrecht voordoen.

Opmerkelijk is dat de commissie-Remkes constateert dat er geen verschil bestaat tussen het noordelijk en het zuidelijk deel van de droogmakerij. De aandacht is tot nu toe steeds geconcentreerd geweest op het noordelijk deel waar circa honderd gezinnen zijn gehuisvest. In het zuidelijk deel wonen enkele duizenden mensen. „Maar de commissie vindt dat de aandacht zich op de gehele droogmakerij moet concentreren.” Overigens is het voor Remkes duidelijk dat er wat moet gebeuren in het gebied. Nader onderzoek door onafhankelijke deskundigen is nodig om grootschalige ingrepen maatschappelijk verantwoord te kunnen nemen.

Gedeputeerde J. Binnekamp liet maandag weten dat de provincie Utrecht nog voor de zomer een nieuw onderzoek wil laten uitvoeren. Een besluit over de toekomst van de polder zou dan in september genomen kunnen worden.

CDA-raadslid L. G. J. Rouwenhorst van de gemeente De Ronde Venen was maandagavond tevreden met de bijdrage van de commissie-Remkes. „Zowel de politiek als de bewoners zijn blij met dit onderzoek. Er bestonden vragen over de waarde van eerdere rapporten. Men was bang dat de provincie Utrecht naar conclusies toewerkte die hen welgezind waren. In dat licht bezien heeft deze commissie goed werk geleverd.”

Volgens de woordvoerder van het CDA, met zes zetels veruit de grootste fractie in de gemeenteraad van De Ronde Venen, is daarmee het zwaard van Damocles voor de bewoners nog niet afgewend. „Ze weten niet hoe lang ze nog mogen blijven zitten. We hopen dat die beslissing genomen wordt na een zorgvuldig onderzoek en dat de provincie niet te hard van stapel loopt en de wetenschappelijke bevindingen naast zich neerlegt.”