Bobby Fischer 1943-2008
REYKJAVIK - Bobby Fischer, het eigenzinnige schaakgenie dat een icoon van de Koude Oorlog werd door in 1972 Sovjetwereldkampioen Boris Spasski te onttronen, is vrijdag op 64-jarige leeftijd overleden. Dat heeft zijn woordvoerder vrijdag bekendgemaakt. Fischer overleed in een ziekenhuis in Reykjavik in IJsland, waar hij sinds 2005 woonde. Hij was al lange tijd ziek en overleed aan uitval van de nieren.
Robert James Fischer, zoals hij voluit heette, werd op 9 maart 1943 geboren in Chicago en groeide op in Brooklyn in New York. Al vanaf zijn 8e speelde hij mee in schaakcompetities. Op zijn 13e werd hij de jongste jeugdkampioen van de VS en een jaar later behaalde hij de eerste van zijn acht overwinningen in de Amerikaanse open kampioenschappen. Op zijn 15e behaalde hij als jongste schaker aller tijden de grootmeesterstitel.Fischer lag jaren overhoop met zijn geboorteland de Verenigde Staten en gaf in 2004 zijn Amerikaans staatsburgerschap op. IJsland verleende hem in 2005 het staatsburgerschap nadat hij negen maanden in Japan gevangen had gezeten op grond van een Amerikaans uitleveringsverzoek. De VS wilden hem berechten omdat hij in 1992 een revanchematch tegen Spasski speelde in Joegoslavië, waarmee hij internationale sancties tegen dat land overtrad.
De Russische oud-wereldkampioen Garri Kasparov zei in een reactie op zijn dood dat Fischers snelle opkomst in de schaakwereld in de jaren ’60 een „revolutionaire doorbraak” voor het schaakspel betekende. „De tragedie is dat hij deze wereld te vroeg heeft verlaten en dat zijn buitensporige manier van leven en schandalige uitspraken het schaak geen goed hebben gedaan”, zei Kasparov. Vriend en rivaal Spasski, die al jaren in Frankrijk woont, liet weten het heengaan van Fischer „zeer betreurenswaardig” te vinden.
Kirsan Iljoezjinov, president van Kalmukkië en voorzitter van de wereldschaakbond FIDE, noemde Fischer een „fenomeen in de schaakgeschiedenis” en een „intellectuele reus die ik naast (Isaac) Newton en (Albert) Einstein zou plaatsen.”
Fischers reputatie van schaakgenie werd al snel overschaduwd door zijn vreemde gedrag. In 1975 werd hem zijn wereldtitel afgenomen omdat hij weigerde die te verdedigen tegen Anatoli Karpov. Hij trok zich uit de schaakwereld terug en kwam nog slechts in het nieuws met uitzinnige, vaak antisemitische uitspraken.
Fischer viel van het begin af aan op door eigenzinnig en storend gedrag. Hij kwam te laat op toernooien, stapte soms midden in een partij op of weigerde te spelen als het licht niet naar zijn zin was of vanwege andere ergernissen. Zijn tegenstanders werden door zijn gedrag vaak van hun stuk gebracht, waar Fischer zijn voordeel mee deed. „Schaken is oorlog op een bord”, zei hij eens. „Het doel is om de geest van de tegenstander te verpletteren.”