Straf geëist voor nieuwjaarsgeweld
DEN HAAG - Tegen vijf inwoners van Bodegraven zijn vrijdag voor de rechtbank in Den Haag uiteenlopende taakstraffen geëist voor hun aandeel in de rellen tijdens de nieuwjaarsnacht van 1 januari 2007. De vijf misdroegen zich met woorden dan wel daden jegens hulpverleners en hinderden politie, brandweer en ambulancebroeders bij het doen van hun werk.
Voor een zesde betrokkene vroeg de officier van justitie vrijspraak. Tegen een zevende die eveneens werd aangehouden voor de ongeregeldheden maar die vrijdag niet op de zitting verscheen, werd een onvoorwaardelijke celstraf van twee weken geëist, mede omdat hij al drie keer eerder was veroordeeld voor geweldsdelicten.De rellen in Bodegraven speelden zich af op de kruising van de Karel Doormanstraat en de Eendrachtsweg. Op die plek mocht van de brandweer een vreugdevuur worden ontstoken dat om drie uur ’s nachts moest worden gedoofd. Toen dat niet gebeurde, belden omstanders de politie. Deze sommeerde de groep van dertig man die toen rond het vuur stond de vlammen te doven, onder meer vanwege brandgevaar.
In plaats van het vuur te doven, bekogelde de groep de agenten met vuurwerk. Toen rond vier uur de brandweer arriveerde, versperden diverse jongeren hun de weg. Na een worsteling tussen een agent en een van de jongeren escaleerde de situatie en trok de politie zich noodgedwongen terug.
Omdat de politiebescherming wegviel, durfden ook de ambulancebroeders niet in actie te komen. Een meisje dat tijdens de ongeregeldheden knieletsel opliep en op straat lag, moest een halfuur wachten op een behandeling.
De officier van justitie deed geen moeite haar woede en verontwaardiging te verbloemen. „Ik zal u in gewoon Nederlands zeggen wat ik ervan vind, zodat u het begrijpt”, beet zij de verdachten toe. Dat door toedoen van de groep de ambulancebroeders geen hulp konden verlenen, noemde zij „werkelijk schandalig. Ik heb daar zwaar de pest over in.”
Saillant detail is dat de moeder van een van de verdachten zelf actief is bij de vrijwillige brandweer. De officier: „U zou zich dus moeten kunnen voorstellen hoe het voelt als je moeder, vriendin of vrouw wordt geschopt terwijl ze haar werk doet.”
De rechter gebood de verdachten zijn vragen zo concreet mogelijk te beantwoorden. „Voor opmerkingen zoals: Dat weet ik niet meer, koop ik niets.” Toen een van hen zich toch op de vlakte hield over zijn aandeel, sprak de rechter: „U bent een vent van 21 jaar. Kom op. Zo komt u er niet in het leven.”
Vrijwel alle advocaten vroegen om vrijspraak, omdat de politie bij de aanhoudingen en de verhoren slordig te werk zou zijn gegaan en de schuld van hun cliënt niet te bewijzen zou zijn. Sommigen voegden daaraan toe dat er van openlijke geweldpleging geen sprake kon zijn, omdat de verdachten niet opereerden in groepsverband.
Bij sommige verdachten vielen de strafeisen wat hoger uit, doordat zij na de nieuwjaarsnacht nog andere geweldsdelicten begingen waarvoor zij nog niet waren gedagvaard. Op 1 februari doet de rechtbank uitspraak.
Nieuwjaarsrellen
-Justitie eist cel en werkstraffen voor nieuwjaarsrellen.
-Verdachten hinderden hulpverleners na ruzie over vreugdevuur.
-Officier: Gedrag verdachten werkelijk schandalig.
-Advocaten vragen vrijspraak.