Tegen het Joodse centrum was een klacht ingediend door het Meldpunt Discriminatie Amsterdam vanwege het gevoerde toelatingsbeleid. Crescas verzorgt cursussen over het Joods-culturele erfgoed, met name voor Joden die weer in contact willen komen met de Joodse traditie.

Onder de circa 200 cursisten bevinden zich ernstig getraumatiseerden die Nederland na de holocaust nog steeds als een onveilige omgeving ervaren, zo betoogde raadsman mr. R. A. Kiek zes weken geleden tijdens de behandeling van de klacht. Daarom vindt het centrum het belangrijk dat niet-Joodse gegadigden kunnen worden geweerd. Bovendien worden tijdens de cursussen religieuze rituelen uitgevoerd, zoals het gezamenlijk lezen van gebeden. Daaraan mogen alleen Joden deelnemen.

In de uitspraak stelt de commissie vast dat Crescas een instelling voor bijzonder onderwijs is. De wet geeft deze instellingen de ruimte om bij de toelating van leerlingen of cursisten eisen te stellen die nodig zijn ter verwezenlijking van de grondslag. De commissie vindt dat het Joods centrum op de bepalingen in de wet een beroep kan doen.

Directeur R. Wurms van Crescas zegt erg ingenomen te zijn met de uitspraak. „We hebben de klacht als zeer onplezierig ervaren. Beschuldigd worden van discriminatie komt er toch op neer dat je je aan de schandpaal voelt genageld. Gelukkig heeft de commissie de klacht ongegrond verklaard. We kunnen onderwijs blijven geven in een sfeer die we heel belangrijk vinden, ook met het oog op een categorie cursisten.”

Hij neemt het het Meldpunt Discriminatie Amsterdam kwalijk dat het tot de klacht is overgegaan. „De gedachte dat wij mensen willen discrimineren, is absurd. Ik kan het nog steeds niet goed plaatsen waarom ons dit is aangedaan.”