Buitenland

Kleine koffieboeren leveren aan Starbucks

Naam: Corstiaan van Aalsburg
Geboren: 8 mei 1978
Werkt voor: Woord en Daad
Standplaats: Managua (Nicaragua)
Sinds: 2004

10 January 2008 11:36Gewijzigd op 14 November 2020 05:26
Corstiaan van Aalsburg: „Als Nederlanders zijn we nogal recht door zee, ik zeker. Dat is voor Nicaraguaanse begrippen te kort door de bocht.” Foto Niek Stam
Corstiaan van Aalsburg: „Als Nederlanders zijn we nogal recht door zee, ik zeker. Dat is voor Nicaraguaanse begrippen te kort door de bocht.” Foto Niek Stam

Wat voor werk doe je precies?
„Via Woord en Daad werk ik bij de Nicaraguaanse organisatie Pueblos en Acción Comunitaria. Ik ben, vertaald in het Nederlands, kettingmaker. Dat houdt in dat ik plaatselijke initiatieven van boeren begeleid. Ik zorg ervoor, samen met mijn collega’s op de verschillende regiokantoren dat productie, verzameling, verwerking en export goed op elkaar aansluiten, zodat de boeren hun producten beter op de markt kunnen verkopen tegen een goede prijs.” Waarom doe je dit werk?
„Het is een uitdagende baan. In een globaliserende wereld worden veel producten die we in Nederland met enige regelmaat eten, in ontwikkelingslanden verbouwd. Het is een grote uitdaging om eraan bij te dragen dat de winst die in die keten van producent tot consument wordt gegenereerd, eerlijk verdeeld wordt tussen de verschillende deelnemers. Ik kom bovendien uit een familie met een tuinbouwachtergrond, dus het boerenbestaan trekt me wel.”

Op welk punt zie je vooruitgang?
„Ik zie dat het mogelijk is kleine boeren bij de wereldeconomie te betrekken. Als er iemand is die voor hen lobbyt, voor hen opkomt, helpt dat. Onze kleine koffieboeren leveren aan Starbucks, het grootste concern in koffiewinkels ter wereld. Starbucks wil gewoon goede koffie hebben en onze boeren leveren die.”

Hoogtepunt?
„Als we het als organisatie voor elkaar krijgen dat zo’n productieketen werkt, zodat de boer en zijn gezin erop vooruitgaan, is dat zeker een hoogtepunt. Een keten is zo sterk als de zwakste schakel, dus coördinatie is ontzettend belangrijk. De voldoening is des te groter als het lukt.”

Teleurstelling?
„Als je ziet dat door menselijke factoren, vooral communicatie, iets wat veelbelovend lijkt niet van de grond komt. Dan zie je toch dat ontwikkelingswerk mensenwerk is.”

Ben je kerkelijk betrokken?
„Mijn vrouw Claudia en ik gaan naar een lokale baptistengemeente.”

Speelt geloof een rol om hier te komen werken?
„Zeker, ik zie het werk als een uitdaging, maar ben hier in de eerste plaats vanwege mijn christelijke overtuiging. Voor mij is het zeker dat er een relatie is tussen armoede op deze wereld en onze zondige realiteit. Dat zie je bijvoorbeeld in de oneerlijke handelsrelaties die ik net noemde. Ik zie ontwikkelingswerk vanuit een christelijke visie dan ook heel duidelijk als het bijdragen aan de komst van het Koninkrijk, hoewel het natuurlijk slechts een ”ten dele” is.”

Waar verwonder je je over?
„De inventiviteit van de bevolking om problemen op te lossen. Dat zie je aan de ene kant bij mensen die in absolute armoede leven en ontzettend vindingrijk zijn om te overleven. Aan de andere kant kom je hier ondernemers tegen die in staat zijn innovaties te bewerkstelligen waardoor hun bedrijf een veel betere positie heeft dan concurrenten.”

Wat vind je moeilijk in het contact met de bevolking?
„Als Nederlanders zijn we nogal recht door zee, ik zeker. Dat is voor Nicaraguaanse begrippen te kort door de bocht. Hier zijn de mensen minder direct. Vooral als het gaat om producten die bijvoorbeeld naar de VS worden geëxporteerd, dan spelen die verschillen soms een cruciale rol.”

Wat ervaar je als gemakkelijk?
„Anders dan in Afrika, kent de Nicaraguaanse cultuur weinig hiërarchie. Hier stap je makkelijker op iedereen af, zowel op de directeur van de organisatie als op de dominee in de kerk.”

Mis je Nederland?
„Degenen die ik mis zijn mijn echte vrienden. Ik heb hier een paar vrienden, maar mijn echte vrienden zijn nog altijd mijn studievrienden. Ik zou graag af en toe eens een vrijdagavondje doorzakken met mijn BMK-vrienden. Dan kun je elkaar gewoon weer eens lekker bevragen, zoals we dat in onze studententijd deden.”

Zin om terug te gaan?
„Als Nicaraguanen het werk kunnen overnemen en ik bij wijze van spreken de ervaring die ik bij deze organisatie heb opgedaan kan gebruiken om andere organisaties te helpen, vind ik het prima om terug te gaan. Tegelijk zit er ik niet om te springen en mijn vrouw, zij is Nicaraguaanse, nog minder.”

Redactie: René Zeeman

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer