De belangrijkste reden voor de groei is dat veel consumenten niet meer alleen buiten de deur gaan eten „voor de gezelligheid", maar het steeds vaker als een volwaardig alternatief zien voor thuis koken, aldus het FSIN.De totale omzet van eten en drinken buitenshuis steeg met 6,2 procent ten opzichte van een jaar eerder. Horecabedrijven verdienen het meest aan de behoefte van Nederlanders om buitenshuis te consumeren, hun omzet steeg in 2007 met 7,2 procent tot 13,5 miljard euro. Verder zijn ook de omzet bij bedrijfs– en schoolkantines (3,4 miljard euro) en de omzet van eten en drinken in zogenoemde gemakswinkels, zoals pompwinkels (2 miljard euro) in het totaalbedrag opgenomen.

In Nederland wordt nu 34 procent van de totale uitgaven aan eten en drinken buitenshuis besteed. Dit cijfer zal de komende tijd waarschijnlijk verder stijgen. In de Verenigde Staten ligt het percentage op 51, in Groot–Brittannië op 43. Het FSIN verwacht dat de Nederlandse markt uiteindelijk dezelfde kenmerken zal vertonen als de Britse markt.

Supermarkten spelen in toenemende mate in op de behoefte van consumenten aan ’een makkelijke hap’. Zij gaan steeds vaker producten en diensten aanbieden die moeten concurreren met een deel van de Horeca, zoals gerechten voor directe consumptie.