De zes Fransen en vier lokale medeplichtigen, drie Tsjadiërs en een Sudanees, worden ervan beschuldigd 103 kleine kinderen te hebben willen ontvoeren. Ze worden ook beschuldigd van oplichterij en valsheid in geschrifte.De club onder leiding van de Fransman Eric Breteau stelt dat ze weeskinderen uit Darfur (Sudan) tijdelijk een veilig onderkomen wilden bieden in Frankrijk. Mensen in Frankrijk die zich over weeskinderen uit het Sudanese Darfur zouden ontfermen, betaalden aanzienlijke bedragen voor de reis. De kinderen bleken echter geen weeskinderen. Internationale hulporganisaties in de streek hebben bestreden dat het om wezen gaat en de kinderen zijn evenmin afkomstig uit Darfur.

De tien beklaagden riskeren vijf tot tien jaar dwangarbeid. Waarnemers in Parijs en N’Djamena menen dat het proces onder Franse diplomatieke druk snel wordt afgerond, waarschijnlijk binnen een week. Eventuele Franse veroordeelden in deze zaak zouden hun straf dan in Frankrijk kunnen uitzitten. De Franse president Nicolas Sarkozy heeft begin november gezegd de zes „op te halen, wat ze ook gedaan mogen hebben.” Het is ook mogelijk dat zijn Tsjadische ambtgenoot Idriss Déby hen gratie verleend.

De zaak kwam aan het rollen op 25 oktober in Abéché, in het oosten van Tsjaad. De Tsjadische gendarmerie stuitte daar op een vliegtuig en een reeks Europeanen die met 103 kinderen in de leeftijd van één tot tien jaar wilden vertrekken. Het ging om de nu voor de rechter verschijnende zes medewerkers van de Ark van Zoë, drie Franse journalisten en de zevenkoppige Spaanse bemanning van het gehuurde verkeersvliegtuig. Elders werd in deze zaak een Belg aangehouden. De Tsjadische justitie concludeerde snel dat ze alleen een zaak had tegen de zes van de Ark van Zoë met hun medeplichtigen. Ze lieten de overigen gaan.