Unicef wil onder meer voorkomen dat de strijdende partijen in en rond de hoofdstad Mogadishu nog langer kindsoldaten ronselen. Bovendien is de humanitaire ramp al zo groot dat extra maatregelen nodig zijn.Artsen zonder Grenzen (AzG) luidde kortgeleden al de noodklok. Ook deze organisatie wees vooral op het lot van de kinderen.

Honderdduizenden Somaliërs zijn op de vlucht geslagen voor het geweld, in een land dat al sinds 1991 eigenlijk geen centraal gezag kent. Langs de weg van Mogadishu naar Afgooye (ten westen van Mogadishu) leven volgens AzG momenteel zo’n 200.000 mensen onder erbarmelijke omstandigheden in ongeveer honderd provisorische kampen.

Mogadishu, goeddeels ontvolkt door het geweld, is al geruime tijd het toneel van zware gevechten tussen Ethiopische troepen en islamitische rebellen. Troepen uit Ethiopië steunen de wankele interim-regering van buurland Somalië in haar strijd tegen de opstandige zogenoemde Unie van Islamitische Rechtbanken (UIC), die in januari werd verdreven. Achtergebleven strijders van de UIC verzetten zich in Mogadishu tegen de nieuwe heersers.

Volgens de Britse omroep BBC zijn vooral veel gevluchte kinderen er zeer slecht aan toe. Ze zijn deels ondervoed en zo zwak dat ze erg vatbaar zijn voor ziekten. Velen zijn ook uitgeput en sterk getraumatiseerd. Unicef zegt ook aanwijzingen te hebben voor de inzet van kindsoldaten. Die worden onder meer misbruikt om bermbommen te plaatsen, aldus een Unicefwoordvoerder.