Buitenland

Nieuwe president van Servië wacht zware taak

In Servië gaan de kiezers morgen naar de stembus om een opvolger te kiezen voor president Milan Milutinovic. De twee belangrijkste kandidaten zijn de huidige president van Joegoslavië, Vojislav Kostunica, en de vice-premier van de Joegoslavische federatie, Miroljub Labus. Milutinovic heeft zich niet herkiesbaar gesteld.

27 September 2002 21:07Gewijzigd op 13 November 2020 23:50

Aan de verkiezingen nemen in totaal elf kandidaten deel. Naast de twee grote kanshebbers bevinden zich onder hen bekende namen als Vuk Draskovic, schrijver van nationalistische bestsellers en leider van de Servische Vernieuwingsbeweging (SPO), Nebojsa Pavkovic, voormalige chef-staf van het leger onder Slobodan Milosevic, en de ultranationalist Vojislav Seselj, de kandidaat die de steun heeft van de in Den Haag vertoevende Milosevic. Daarmee onthoudt ’Slobo’ zijn steun aan de officiële kandidaat van zijn partij (SPS), de acteur Velemir Zivojinovic. Het advies van Milosevic om Seselj voor te dragen legde de SPS naast zich neer. De kans dat een van deze kandidaten weet door te dringen tot de tweede ronde, wordt echter uiterst klein geacht.

De grootste kanshebber om over twee weken als winnaar uit de bus te komen, is Vojislav Kostunica van de Democratische Partij van Servië (DSS). Nu is hij nog president van de Federale Republiek Joegoslavië, bestaande uit de deelrepublieken Servië (waartoe ook Kosovo behoort) en Montenegro. Aangezien Joegoslavië over niet al te lange tijd ophoudt te bestaan en wordt vervangen door een losse unie van Servië en Montenegro, heeft Kostunica besloten zich kandidaat te stellen voor het presidentschap van Servië.

De huidige Joegoslavische president zou liever president van de nieuw te vormen unie zijn geworden. Hij is namelijk een verklaard tegenstander van een losser verband tussen Servië en Montenegro. Daar echter niemand weet welke bevoegdheden bij het presidentschap van de nieuwe unie horen, heeft Kostunica eieren voor zijn geld gekozen en heeft hij zich gekandideerd voor de verkiezingen van morgen.

Kostunica (58) -twee jaar geleden nog bejubeld als ”de drakendoder”, toen hij tijdens de verkiezingen Slobodan Milosevic versloeg- staat te boek als een gematigd nationalist. Hij ligt voortdurend overhoop met de huidige, op het Westen georiënteerde regering. Premier Djindjic beschouwt hij als een lakei van het Westen. Verder oefent hij regelmatig kritiek uit op het Joegoslavië-tribunaal in Den Haag. Kostunica vindt dat Joegoslavische verdachten van oorlogsmisdaden in eigen land moeten worden berecht.

Kostunica verzet zich ook tegen de uitlevering van Milutinovic. Het VN-tribunaal heeft verzocht om uitlevering van de huidige Servische president aan Den Haag. Samen met Milosevic is Milutinovic aangeklaagd voor oorlogsmisdaden die zijn gepleegd tijdens het optreden van het Joegoslavische leger in Kosovo in 1998-99. Verwacht wordt echter dat Milutinovic zichzelf na de verkiezingen aan het tribunaal zal uitleveren.

Onder de leus ”Servië weet het” belooft de huidige president van Joegoslavië economische hervormingen en misdaadbestrijding. Een duidelijk programma heeft hij niet. Kostunica probeert vooral nationalistische kiezers te winnen voor de tweede ronde. In dat licht moeten ook zijn recente uitspraken tijdens een verkiezingsbijeenkomst in Mali Zvornik aan de grens met Bosnië-Herzegovina worden gezien. Daar haalde hij zich de woede van de niet-Servische Bosniërs (Kroaten en moslims) op de hals door te stellen dat de Servische deelrepubliek Bosnië-Herzegovina slechts tijdelijk van Servië is gescheiden.

Grote rivaal van Kostunica is de vice-premier van Joegoslavië, Miroljab Labus (55). Met zijn slogan ”Het beste voor Servië - Miroljab Labus!” belooft hij de kiezers zijn oor meer te luisteren te leggen bij de bevolking, als president afstand te bewaren van de partijpolitiek, en de belangen van alle burgers te zullen vertegenwoordigen. Meer concreet wil Labus de economie een impuls geven en de werkloosheid terugdringen. Verder wil hij hervormingen in het socialezekerheidsstelsel, de gezondheidszorg en het onderwijs.

Labus’ kandidatuur wordt gesteund door de in Belgrado invloedrijke adviescommissie G-17, een particuliere vereniging van hoogopgeleide technocraten die zich laten inspireren door westerse denkbeelden. Daarnaast heeft hij de goedkeuring van premier Djindjic en diens regerende Democratische Oppositie van Servië (DOS).

Labus heeft als voordeel dat de kiezers hem niet zozeer als politicus maar vooral als econoom zien. Zijn sleutelrol tijdens de onderhandelingen met internationale financiële organisaties over de schuldenlast van Joegoslavië zijn veel Serviërs nog niet vergeten. De vice-premier wist veel geld voor Servië los te praten. Gunstig voor Labus is ook dat hij niet is verwikkeld in allerlei politieke conflicten en schandalen.

Volgens de laatste peilingen zou Labus in de eerste ronde 27,6 procent van de stemmen krijgen, meer dan zijn grootste rivaal Kostunica. Die zou goed zou zijn voor 25,6 procent. Maar in de tweede ronde zou Kostunica -dankzij de steun van nationalistische Serviërs die in de eerste ronde op kandidaten als Seselj of Draskovic stemmen- kunnen rekenen op 52,1 procent tegen 47,9 voor Labus.

De nieuwe president, die overigens een vooral ceremoniële rol vervult, wacht een moeilijke taak. Servië is een arm land met een hoge werkloosheid en veel ontevreden burgers. De economische hervormingen hebben tot nu toe weinig opgeleverd. Servië heeft alleen al 40 miljoen euro nodig om alle niet-ontplofte bommen op te ruimen die na de NAVO-acties in het land zijn blijven liggen. Zonder financiële hulp uit het Westen is de economie een wisse ondergang beschoren.

Een ander probleem zijn de voortdurende etnische en politieke spanningen tussen de verschillende groepen in de samenleving. Volgens deskundigen is het slechts aan de aanwezigheid van militairen uit het Westen te danken dat er niet opnieuw gewapende etnische conflicten in probleemgebieden als Kosovo ontstaan.

De verwachting is dat morgen geen van beide prominenten de absolute meerderheid behaalt. Een tweede ronde op 13 oktober zal in dat geval uitsluitsel moeten geven. Mocht minder dan de helft van de 6,5 miljoen kiezers komen opdagen -wat opiniepeilers niet uitsluiten- dan is een tweede ronde sowieso vereist.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer