Op klimaattop staan rijk en arm tegenover elkaar
BALI (AP) – Op de klimaattop op Bali woedt een felle strijd tussen de arme en rijke landen. De arme landen lijden verreweg het meest onder de klimaatveranderingen, maar de rijke landen staan niet te springen om de nodige hulp te bieden. Omringd door stijgend zeewater en lijdend aan een drinkwatertekort heeft de rijke stadstaat Singapore zijn maatregelen genomen. Het kleine land in Zuidoost–Azië heeft een van de grootste waterzuiveringsinstallaties ter wereld aangelegd en betaalt Nederlandse deskundigen tientallen miljoenen euro’s om de dreigende overstromingen als gevolg van de opwarming van de aarde af te wenden.
Het broeikaseffect vormt niet alleen een bedreiging voor Singapore, maar ook een kans. Met behulp van een financiële injectie van ongeveer 140 miljoen euro en met het Nederlandse bedrijf Delft Hydraulics als adviseur beoogt Singapore uit te groeien tot een centrum voor onderzoek naar klimaatverandering. ‘Als we het op de juiste wijze aanpakken en we doen waar we goed in zijn, dan zullen andere landen naar ons toekomen voor hulp’, zegt Peter Ng. Hij werkt voor de Singapore Delft Water Alliance.
In Kaoakola, aan de Bengalese rivier Jamuna, klaagt Mohammad Sheikh dat hij zijn huis al drie keer heeft moeten verplaatsen vanwege de toenemende overstromingen. ‘We zijn erg arm. We kunnen het ons niet veroorloven.’ De 70-jarige zag geen andere uitweg dan dagarbeider worden. ‘De overstromingen hebben alles van me weggenomen.’ Bangladesh is herstellende van een verwoestende cycloon, die zeker 3.200 mensen fataal werd. Het land wil zijn kustlijn versterken, maar daarvoor is geen geld.
Op de klimaattop op Bali, die zijn einde nadert, staan de rijke en arme landen lijnrecht tegenover elkaar. Het lijkt erop dat rijk, zoals gewoonlijk, aan het langste eind zal trekken. Door de stijgende temperatuur zullen overstromingen en droogtes vaker voorkomen. De rijke landen, die het leeuwendeel van de vervuiling veroorzaken, kibbelen over het instellen van emissieplafonds en over hightech oplossingen. De arme landen, die nauwelijks de atmosfeer vervuilen maar wel de voornaamste slachtoffers van het broeikaseffect zijn, hebben snel tientallen miljarden euro’s nodig om hun zinkende eilanden te redden, hun boeren te helpen zich aan te passen en de mensen te verplaatsen die gevaar lopen.
‘De kwestie van rechtvaardigheid is cruciaal. Het klimaat benvloedt ons allemaal, maar niet in gelijke mate’, zei secretaris–generaal van de VN Ban Ki–moon woensdag tegen de afgevaardigden van bijna 190 landen op Bali. ‘Zij die zich het slechts kunnen verweren worden het hardst getroffen. Zij die het minst deden om het probleem te veroorzaken krijgen te maken met de ernstigste gevolgen.’
Bijna alle slachtoffers (98 procent) van de rampen tussen 2000 en 2004 woonden in ontwikkelingslanden, blijkt uit cijfers van het VN–Ontwikkelingsprogramma. Het Verenigd Koninkrijk spendeerde zes keer zoveel geld aan het voorkomen van rampen als alle arme landen bij elkaar. De afgelopen twee decennia is het aantal mensen die worden getroffen door natuurrampen verviervoudigd, zegt Oxfam International. Door de voorspelde temperatuurstijging zal het aantal rampen alleen maar toenemen.
De VN voorspellen dat ongeveer 1,8 biljoen van de armste mensen wereldwijd te maken zullen krijgen met drinkwatertekort. Zeshonderd miljoen mensen zullen honger lijden en 32 miljoen mensen zullen op de vlucht moeten slaan voor droogtes en overstromingen.
Klimaatdeskundige Antonio Hill van Oxfam wijst erop dat arme landen zich over belangrijkere dingen zorgen maken dan bescherming tegen mogelijke natuurrampen: voedsel, toegang tot drinkwater en gezondheidszorg. De klimaatveranderingen verergeren deze dringende problemen bovendien.
Van Venetië tot New Orleans: het Westen neemt maatregelen in de strijd tegen klimaatverandering. Canada maakte maandag bekend dat het 58 miljoen euro zal uitgeven, waarvan tientallen miljoenen om de Inuit te helpen zich aan te passen aan het warmer wordende klimaat. Het laag liggende Nederland geeft nog eens zeventien miljard euro uit om zich te beschermen tegen overstromingen. Italië doet hetzelfde.
Arme landen rommelen intussen wat aan in de marge. Sommige zetten waarschuwingssystemen op, bouwen schuilplekken op stelten van bamboe of verplaatsen eilandgemeenschappen. Het geld dat er is bereikt de zwaarst getroffen dorpen vaak niet.
Een VN-fonds dat naar verwachting op de klimaattop op Bali wordt opgericht en dat arme landen in staat moet stellen zich aan te passen aan de klimaatveranderingen zal ontoereikend zijn. Maximaal wordt jaarlijks zo’n tweehonderd miljoen euro beschikbaar gesteld. Als en wanneer er overeenstemming wordt bereikt over een opvolger van het Kyoto–verdrag, dat in 2012 afloopt, kan dat bedrag oplopen tot een miljard euro per jaar. Dat is nog steeds een stuk minder dan de bijna zestig miljard euro die de arme landen volgens schattingen vanaf 2015 jaarlijks nodig hebben.
‘Het geld dat ze beschikbaar stellen voor het aanpassingsfonds is peanuts. Het stelt niets voor’ , zegt Khandaker Rashedul Haque van het Bengalese ministerie van milieu. ‘Waarom stellen ze een paar miljard beschikbaar voor een stad als New Orleans, terwijl ze een paar miljoen over hebben voor de hele wereld?’