Dat stelt de vakcentrale FNV vandaag op basis van de Wachtkamerenquête die hij dit voorjaar heeft gehouden en waarbij 2100 cliënten van het Centrum voor Werk en Inkomen (CWI), uitkeringsinstantie UWV en sociale diensten zijn ondervraagd.In vergelijking met de vorige enquête, drie jaar geleden, is de dienstverlening op belangrijke onderdelen verbeterd, concludeert de FNV. Maar bij de afhandeling van aanvragen gaat het eerder slechter dan beter.

De sociale diensten, die de bijstand uitvoeren, spannen de kroon. Daar wacht ruim de helft langer dan een maand en nog eens een kwart langer dan twee maanden op afhandeling van de aanvraag. UWV doet het iets beter. Iets minder dan de helft wacht meer dan een maand en 17 procent meer dan twee maanden. Slechts 29 procent van de mensen die langer dan een maand moesten wachten, kreeg in de tussentijd een voorschot.

FNV-bestuurder Leo Hartveld noemt de lange wachttijden onaanvaardbaar. „Wie zijn baan verliest, moet niet hoeven piekeren hoe de vaste lasten moeten worden betaald.” Is een uitkering eenmaal toegekend, dan verloopt de betaling doorgaans goed.

Van de klanten van het Centrum voor Werk en Inkomen is twee derde tevreden over de wijze waarop zij worden geholpen. Maar het CWI kan wel meer hulp bieden bij het solliciteren, vindt een meerderheid. Bijna de helft van de ondervraagden zegt nooit een vacature aangeboden te hebben gekregen.