Sudanese overheid beschermt burgers in Darfur onvoldoende
GENEVE (AP) – De Sudanese overheid doet niet genoeg om de inwoners van Darfur te beschermen tegen verkrachting, marteling en andere vormen van geweld. Dat blijkt uit een dinsdag bekendgemaakt rapport van de Verenigde Naties, uitgevoerd in opdracht van de Mensenrechtenraad in Genève.
Volgens de auteurs van het rapport, zeven mensenrechtendeskundigen van de VN, spant Sudan zich niet genoeg in om ernstige mensenrechtenschendingen, waaronder willekeurige arrestaties en buitenrechtelijke executies, te voorkomen. Ook uiten de auteurs hun bezorgdheid over het gebrek aan medewerking door de Sudanese regering met het Internationaal Strafhof in Den Haag.Het rapport maakt melding van verscheidene incidenten waarbij burgers het slachtoffer zijn geworden van geweld tussen rebellen en regeringssoldaten of door de regering gesteunde milities. Zo werden op 8 oktober zeker dertig burgers gedood toen zo’n negenhonderd militieleden een aanval uitvoerden op Muhajiria, een rebellenbolwerk. Ze kregen daarbij steun van een regeringsvliegtuig, dat het marktplein van de stad bombardeerde. Op 26 september kwamen twaalf mensen om bij een aanval van rebellen op een burgerkonvooi dat bewaakt werd door regeringssoldaten.
De Mensenrechtenraad had opdracht gegeven voor het rapport om te onderzoeken in hoeverre Sudan meewerkt aan het uitvoeren van een reeks aanbevelingen om de situatie in Darfur te verbeteren. Het geweld in de regio heeft de afgelopen vier jaar zo’n tweehonderdduizend mensen het leven gekost en 2,5 miljoen mensen op de vlucht gejaagd.
Het rapport wordt bij de eerstvolgende sessie van de 47 leden tellende Mensenrechtenraad tussen 10 en 14 december gepresenteerd.