Buitenland

Het stille sterven

Een vrouw gehoorzaamt. Ze zegt geen ”nee” tegen haar man. De rolverdeling tussen mannen en vrouwen in Malawi is duidelijk. Zo duidelijk dat een vrouw geen vragen stelt. Dus weet een vrouw meestal niet dat haar echtgenoot aids heeft en weet ze ook niet dat hij haar heeft geïnfecteerd. Lilian Kmwenda (49) kwam erachter nadat haar man was gestorven en zij zich liet testen op hiv. Ze bleek seropositief.

Margreeth Overbeeke
30 November 2007 08:29Gewijzigd op 14 November 2020 05:20
Op de binnenplaats van het ziekenhuis van Ekwendeni zit een jonge moeder met haar baby. Het kroeshaar van het kindje is niet zwart maar geel blond van kleur: een teken van zware ondervoeding. De arts werpt een blik op moeder en kind. In haar ogen valt te
Op de binnenplaats van het ziekenhuis van Ekwendeni zit een jonge moeder met haar baby. Het kroeshaar van het kindje is niet zwart maar geel blond van kleur: een teken van zware ondervoeding. De arts werpt een blik op moeder en kind. In haar ogen valt te

In Malawi hebben de meeste mannen meer dan één vrouw. Lilian was vrouw nummer veertien. „Misschien hield hij van mij. Misschien niet. Dat weet ik niet. Maar hij schonk mij vijf kinderen.” Ze trouwde met hem omdat haar eerste man haar in de steek liet. Iedereen trouwt in Malawi. „Hij was een rijke man. Hij verbouwde tabak en mais.”Lilians man stierf in 1995 nadat hij erg ziek was geweest. Hij liet zich niet testen op het hiv-virus. „Hij ontkende dat hij aids had.” Lilian deed de test wel en ontdekte wat ze al vreesde: haar man had haar besmet. Binnen het huwelijk. „Ik weet van mezelf dat ik trouw was”, zegt Lilian.

Het huwelijk is een grote risicofactor om de ziekte op te lopen. Er zijn meer getrouwde dan ongetrouwde vrouwen geïnfecteerd. Lilian was op de hoogte van de leefwijze van haar man. En ze accepteerde het. Hem iets weigeren is onmogelijk. Waarom? „Hij is mijn man”, is het eenvoudige antwoord.

Lilian werd steeds vaker ziek. Ze kreeg jaarlijks longontsteking. Pas toen de regering in 2005 de medicijnen om het hiv-virus af te remmen gratis ging verstrekken, kreeg Lilian gelegenheid om eraan te komen. Sinds die tijd gaat het beter met haar. Ze is een bekend aidsactiviste geworden en is een van de weinige vrouwen die openlijk over hun ziekte praten.

„Veel mensen zeggen tegen me: Hoe kun je daar zo mee te koop lopen? Maar er sterven zo veel mensen. Er is zo’n gebrek aan kennis. Ik wil mensen vertellen dat je kunt doorleven, ook als je besmet bent. Daarom roep ik alle vrouwen op zich te laten testen, zodat ze door kunnen gaan met hun werk, en met de zorg voor hun gezin.”

Het blijft een boodschap die maar langzaam doordringt in de hoofden en harten van de mannen en vrouwen in Malawi. In veel dorpen op het platteland gelooft men niet in aids; mensen sterven aan tuberculose of aan malaria, maar níét aan aids. Terwijl toch bijna iedereen weet wat aids is, blijven de meesten ontkennen dat zij ook zelf deze ziekte onder de leden kunnen hebben.

Kerken en hulpverleningsorganisaties in Malawi pleiten ervoor de doodsoorzaak duidelijk te benoemen. Om het taboe te doorbreken. Het gaat moeizaam. Lilian Kmwenda spreekt van „het stille sterven.” „We zeggen dat het niet nodig is om op deze manier dood te gaan. Maar het stigma rond aids is groot. Ik merk het zelf. Mensen wijzen naar mij: Kijk, daar is Lilian, zij is hiv-positief.”

Schuldvraag
Het aantal hiv-geïnfecteerden in Malawi is het grootst onder vrouwen en jonge meisjes. Die trieste voorsprong van de vrouwen wordt veroorzaakt door culturele praktijken en door armoede. Ze worden vaak op een harde manier geconfronteerd met aids. Dit blijkt in het ziekenhuis van Ekwendeni, een hospitaal dat werkt onder verantwoordelijkheid van de Presbyteriaanse Kerk van Centraal-Afrika.

Op de binnenplaats zit een jonge moeder met haar baby op een kale houten bank. In de schaduw van de kliniek probeert ze het kind wat drinken te geven uit een beker. Het baby’tje reageert nauwelijks. De moeder blijft de beker steeds naar de mond van de baby brengen. Het kroeshaar van het kindje is niet zwart maar geel-blond van kleur. „Een teken van zware ondervoeding”, zegt Joyce Mkandawire. Zij begeleidt en adviseert jonge moeders.

„De hoofdoorzaak van ondervoeding is aids. Twee van de vijf kinderen in het ziekenhuis zijn hiv-positief. De moeders komen hier en weten vaak zelf niet dat ze hiv-positief zijn. Als ze met hun zieke baby komen, testen we het kind. Deze moeder is net binnen komen lopen. Eerst voeren we een gesprek met haar, morgen testen we de baby.” Joyce werpt een blik op moeder en kind. In haar ogen valt te lezen dat de uitslag van de test een bevestiging zal zijn van wat nu al zichtbaar is.

Lilian Kmwenda: „Het zijn de vrouwen die de schuld krijgen van de hiv-besmetting. Bij de geboorte van een baby wordt vaak duidelijk dat de moeder hiv-positief is. Dat de man het virus in huis heeft gebracht door zijn seksuele contacten, komt niet aan de orde. Hij wijst met de beschuldigende vinger meteen in de richting van zijn vrouw. Het bewijs ligt toch op tafel? Zij heeft hem ziek gemaakt. Soms wordt haar de deur gewezen. Meestal is dit voor de man een goede reden om er een andere vrouw bij te nemen.”

Er zijn ook mannen die weten dat ze zelf besmet zijn, zegt Lilian Kmwenda. „Ze gebruiken zelfs medicijnen, maar ze vertellen hun vrouw niets over hun besmetting. Ze schamen zich. Met hiv-remmers houden zij hun ziekte onder controle. Maar hun vrouwen, die onwetend zijn, worden zieker en zieker en uiteindelijk sterven ze. De diagnose aids wordt officieel niet gesteld. De man leeft verder en maakt nieuwe slachtoffers.”

Vanuit het ziekenhuis in Ekwendeni werkt Joyce Mkandawire aan een preventieprogramma voor hiv-moeders om het aantal geïnfecteerde pasgeborenen te verminderen. Het programma is opgezet vanuit de Presbyteriaanse Kerk. Het doel is om de overdracht van het hiv-virus op baby’s te voorkomen. Aanstaande moeders die weten dat ze seropositief zijn krijgen medicijnen. Na de bevalling krijgen ze begeleiding bij de borstvoeding. Want zelfs via borstvoeding kan een baby van een seropositieve moeder geïnfecteerd raken. „Het programma is erg succesvol”, zegt Joyce.

Verder werkt de kerk, onder meer vanuit het Ekwendeniziekenhuis, aan thuiszorgprojecten, gezinsplanning en huwelijksbegeleiding. Deze projecten draaien voornamelijk op vrijwilligers. Onder de vrijwilligers is ook een aantal hiv-positieve vrouwen. Ze zien het als hun taak zo veel mogelijk vrouwen te leren op te komen voor zichzelf. Op hun kleurige Afrikaanse wikkelrokken dragen ze een wit T-shirt met blauwe letters: ”Educate a woman, you educate a nation”. Met veel trots dragen ze deze leus: Onderwijs een vrouw en je onderwijst een heel land. Ze zijn overtuigd van de waarheid van deze woorden. „Kennis is het belangrijkste.” Daarom trainen ze vrouwen onder meer om te discussiëren over de ziekte. De kerk hoopt dat het stigma rond hiv en aids hierdoor vermindert.

Kind aan het roer
De levensverwachting in Malawi is het laatste decennium gedaald tot 37,5 jaar. Een hele generatie sterft. Eerst groeien kinderen op met een zieke vader en moeder. Deze kinderen, soms nog maar 7 of 8 jaar oud, dragen zorg voor hun ouders, in plaats van andersom.

Na het overlijden van hun ouders komen ze soms in huis bij hun grootouders. Maar steeds vaker zie je dat ze hun eigen huishouden vormen, omdat er geen directe familieleden meer in leven zijn: ”childheaded household” is een term die je overal hoort. Het oudste weeskind probeert zo goed en zo kwaad als het gaat het ouderloze gezin in leven te houden. Problemen stapelen zich op. Armoede neemt toe. Er is onvoldoende geld voor het dagelijks onderhoud, laat staan voor school. Er leven in Malawi meer dan 1 miljoen wezen.

Door de armoede neemt de kwetsbaarheid van jonge weesmeisjes toe. Mannen hebben seksueel contact met de -vaak heel jonge- meisjes en geven hen een klein geldbedrag. Zo hebben ze iets om hun hongergevoel te lijf te gaan. Of ze kunnen voor één keer een lekker zeepje kopen. Soms betalen de mannen voor de schoolboeken. Heel veel jonge meisjes zijn besmet met het hiv-virus.

De aidsproblemen in gezinnen en families ontwrichten niet alleen de sociale structuren, maar ook het maatschappelijke en economische leven van Malawi. De ziekte raakt iedereen: de boeren op het land, de onderwijzers op de scholen, de verpleegsters in de ziekenhuizen. Overal ontstaat een gebrek aan personeel. En het treft de kinderen hard: wie wijst hen de weg?

Een aantal predikanten raakt steeds meer doordrongen van de noodzaak een gedragsverandering te bewerkstelligen in Malawi. Vrijwilligers die vanuit kerken of hulpverleningsorganisaties worden opgeleid, praten zich de blaren op de tong om mensen -vooral vrouwen- te voorzien van informatie over aids. Lilian Kmwenda is hiervan een schoolvoorbeeld. „Ik praat en praat en praat. Altijd en overal. Vrouwen, laat je testen! Als je je hiv-status kent, kun je hulp krijgen.”

De boodschap slaat langzaam aan, zegt Lilian. „Er zijn hier zo veel problemen. Malawi is een straatarm land. Maar het grootste probleem is dat mensen hun gedrag niet veranderen. En dat is een vereiste om de koppositie die aids in Malawi heeft, als doodsoorzaak nummer één, kwijt te raken.”

Wereldwijd wordt morgen, Wereld Aids Dag, aandacht gevraagd voor de problematiek van aids. In Nederland geven onder meer diverse christelijke hulpverleningsinstanties een invulling aan deze dag.


Kinderen voeden kinderen op

Malawi kent ruim 1 miljoen wezen. Het aantal is niet te bevatten. Wie je ook spreekt in het Afrikaanse land, allemaal hebben ze één of meer weeskinderen in huis. In elk dorp is wel een huis waar een weeskind samen met z’n broers en zussen het huishouden runt.

Hendjeri (18) is al vanaf zijn negende jaar wees. Hij is de oudste van het weesgezin. Zijn ouders zijn allebei gestorven aan aids. Met zachte stem vertelt hij zijn verhaal. „Het moeilijkste voor ons is om aan eten te komen. We hebben wel wat vruchtbomen rond ons huis staan. Het fruit proberen we te verkopen. Maar dat levert niet genoeg op.”

Hendjeri leert nu kleding maken. Als oudste van het gezin voelt hij zich verantwoordelijk. Hij zit achter een ouderwetse Singernaaimachine en is blij dat hij, via een hulpverleningsprogramma van World Vision, deze kans gekregen heeft.

Elke dag komt hij vanuit zijn dorp lopend naar Nhkatha Bay om het kleermakersvak onder de knie te krijgen. „Elf kilometer heen en 11 kilometer terug. Het is bijna niet vol te houden. Maar wat moet ik anders? Op deze manier kan ik straks geld verdienen. Ik wil voor mijn broers en zusje zorgen. Ze moeten naar school gaan.”

Hendjeri heeft zich vorig jaar laten testen op hiv. Hij heeft het virus niet. Even verschijnt er een brede glimlach op zijn ernstige gezicht. Geldt dat ook voor zijn broers en zusje? „Nee, mijn zusje is hiv-positief.” Op de vraag hoe dat komt, volgt geen antwoord. Het stilzwijgen van Hendjeri spreekt boekdelen. Het zijn vooral jonge meisjes die het virus oplopen. Zij zijn erg kwetsbaar, met name jonge weesmeisjes, zoals het zusje van Hendjeri.

MALAWI

Oppervlakte: 3,5x Nederland

Bevolkingsaantal: ca. 13 miljoen

Godsdienst: protestants 55 procent, katholiek 22 procent, moslim 20 procent, inheems 3 procent

Levensverwachting: 39,6 (vrouwen), 40 (mannen) (2004*)

Beroepsbevolking: 89 procent landbouw/visserij, 5 procent industrie, 8 procent handel en diensten (1990*)

Bevolking onder armoedegrens: 54 procent (2000*)

Percentage volwassenen met hiv/aids: 14,1 procent

Aantal wezen: 850.000-1,2 miljoen

*recentere gegevens ontbreken

Bronnen: ministerie van Buitenlandse Zaken, UN Reports.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer