UNDP-rapport over verandering klimaat
NEW YORK - Het lot van de armsten der armen als dé slachtoffers van klimaatsverandering, moet centraal staan op de aanstaande VN-klimaattop op Bali. Deze boodschap geeft de VN-ontwikkelingsorganisatie UNDP af in haar maandagmorgen gepresenteerde jaarlijkse rapport.
De opstellers van het rapport geven aan welke bedreiging het veranderende klimaat vormt voor honderden miljoenen derdewereldbewoners. De wereld beweegt zich volgens hen naar een keerpunt. Het gevaar daarvan is dat de armste landen en hun bevolkingen „in een neerwaartse spiraal terechtkomen waaruit geen ontsnapping meer mogelijk is. Ondervoeding, waterschaarste, milieurampen en verlies van middelen van bestaan staat hun te wachten. Het rapport voorziet bijvoorbeeld het fenomeen van „waterstress”, waaronder rond het jaar 2080 1,8 miljard Aziaten te lijden zullen hebben.„De hele mensheid wordt uiteindelijk bedreigd, maar de armen, zij die part noch deel hebben aan het probleem, betalen de zwaarste rekening”, stelt UNDP-topman Kemal Dervis.
Hij en zijn mensen kijken daarom uit naar de top op Bali. Vanaf maandag zullen daar eerst ambtenaren en vervolgens ministers zaken moeten doen om de verdere opwarming van de aarde af te remmen. Minister Koenders van Ontwikkelingssamenwerking is een van hen. Hij kreeg in Den Haag een exemplaar van het rapport overhandigd. De titel ervan luidt: „Bestrijden van klimaatverandering. Menselijke solidariteit in een verdeelde wereld.”
De rijke landen moeten volgens de UNDP in Indonesië leiderschap tonen. Hun uitstoot van broeikasgassen moet verder terug en in 2050 80 procent lager liggen dan in 1990, via een mix van maatregelen. „Als de mensen in ontwikkelingslanden net zo veel CO(in2( hadden uitgestoten als mensen in Noord-Amerika, dan hadden we de atmosfeer van negen planeten nodig gehad om de gevolgen op te vangen”, aldus hoofdauteur Kevin Watkins.
Volgens het rapport doen de ontwikkelde landen er bovendien niet goed aan enkel gefocust te zijn op de economische groei van ontwikkelingslanden. Rijke landen moeten meer aandacht besteden aan het terugdringen van de ongelijkheid tussen rijk en arm, man en vrouw en tussen verschillende regio’s.
Het rapport bevat een index waarin 177 landen gerangschikt zijn naar ontwikkelingsgraad, van hoog (IJsland) tot laag (Sierra Leone). Van de achttien landen in de categorie ”lage menselijke ontwikkeling” liggen er twaalf in sub-Sahara-Afrika.
Nederland staat op de 9e plaats, een plaats hoger dan in de uitgave van 2007. De cijfers uit de nieuwste uitgave hebben overigens betrekking op 2005.