Buitenland

Wedren tegen de tijd in Bangladesh

DHAKA - Door de cycloon en de vloedgolf in Bangladesh is de rijstoogst in een groot deel van het land vernield en zitten nog tienduizenden mensen geïsoleerd op kleine eilandjes in de Golf van Bengalen. Hulpverleners houden een wedren tegen de tijd om te vermijden dat de honger het dodental nog verder doet stijgen.

Buitenlandredactie
20 November 2007 09:27Gewijzigd op 14 November 2020 05:18
NILGONJ – Een Bengaalse vrouw stond maandag in Nilgonj in de rij voor voedselhulp. Als gevolg van de cycloon is een groot deel van de oogst in Bangladesh weggevaagd. Foto EPA.
NILGONJ – Een Bengaalse vrouw stond maandag in Nilgonj in de rij voor voedselhulp. Als gevolg van de cycloon is een groot deel van de oogst in Bangladesh weggevaagd. Foto EPA.

Een helikopter van de Bengaalse luchtmacht zocht maandag vruchteloos een veilige landingsplaats op Dublar Char, een afgelegen eiland in het zuiden van de Sunderbans, het mangrovegebied voor de kust van Bangladesh. Uiteindelijk besloot de bemanning pakketten met drinkwater en voedsel te droppen vanuit de lucht, wat leidde tot vechtpartijen onder de uitgehongerde bevolking, meestal vissers die have en goed hebben verloren.Dergelijke scènes speelden zich overal af langs de Bengaalse kust. Tienduizenden mensen wachtten op hulp uit de lucht, te midden van de puinhoop die de cycloon en de vloedgolf van donderdag hebben achtergelaten. „Ik was zondag in Southkhali in het district Bagerhat. Ik heb mensen honger zien lijden terwijl anderen op zoek gingen naar de lichamen van vermiste familieleden onder het puin van hun huizen”, zei fotojournalist Andrew Biraj.

Het Bengaalse internetmedium The New Nation berichtte dat miljoenen mensen dakloos en hongerig zijn in twaalf districten langs de lage kusten van het zeer dichtbevolkte land. Bangladesh telt circa 150 miljoen inwoners. Naar schatting 17 miljoen mensen zijn door de cycloon getroffen, aldus The New Nation.

„Het dodental loopt mogelijk op tot 10.000”, stelde Mohammad Abdur Rob, de voorzitter van het Bengaalse Rode Kruis. Volgens het Rode Kruis hebben meer dan 5 miljoen mensen hulp nodig, veel meer mensen dan het straatarme Bangladesh ooit kan helpen.

Het grote probleem is de hulpgoederen tot bij de mensen te krijgen. Minister van Rampenbestrijding Aiyub Bhuiyan voerde zondag overleg met vertegenwoordigers van de Verenigde Naties en buitenlandse hulporganisaties om te bespreken hoe de hulpverlening het best georganiseerd kan worden. De regering heeft 3,5 miljoen euro gereserveerd voor reparatie van huizen. Verschillende landen en organisaties hebben hulp aangeboden; de Verenigde Staten 1,4 miljoen euro, de Verenigde Naties 4,8 miljoen, de Europese Unie 1,5 miljoen, Groot-Brittannië 3,4 miljoen, Nederland 1 miljoen en Duitsland en Frankrijk elk 500.000 euro.

Hulpverleners en het Bengaalse leger zijn druk bezig met het vrijmaken van de wegen in de zwaarst getroffen gebieden. Op sommige plaatsen worden olifanten ingezet om de bomen weg te slepen die werden ontworteld door winden met een snelheid van 220 tot 240 kilometer per uur. Door de cycloon viel in zowat heel het land de elektriciteit uit, de stroomtoevoer kon pas zondag gedeeltelijk worden hersteld. Behalve stroom ontbreken op veel plaatsen drinkwater en brandstof.

De rijstoogst voor dit jaar is door de stormvloed weggevaagd. De Bengaalse ontwikkelingsorganisatie Bangladesh Rural Advancement Committee (BRAC) heeft zijn aanvankelijk geraamde budget voor noodhulp opgevoerd van 1 tot 5 miljoen dollar. „In het begin hadden we niet zo’n zicht op de omvang van de schade”, zegt Mushtaque Chowdhury, de directeur van BRAC. „Nu onze mensen ter plaatse zijn geweest, realiseren we ons dat de taak die voor ons ligt enorm is.”

Overlevenden die zijn overgebracht naar het vasteland vertellen over honderden lichamen in de rivieren van de Sunderbans. De 50-jarige visser Abdur Gafur uit Dublar Char dankt zijn leven aan een grote boom, waaraan hij zich had vastgebonden. „Hoewel ik 4 meter hoog zat, kwamen de golven tot aan mijn borst”, zegt de visser. „Ik bad tot de allerhoogste om bescherming. Ik ben het spoor bijster van vier van mijn kompanen, die waarschijnlijk zijn weggespoeld.”

Volgens ooggetuigen maakten de 5 tot 6 meter hoge vloedgolven de meeste slachtoffers. In sommige gebieden zijn hoofdwegen weer begaanbaar en komt de noodhulp langzaam op gang. „De tragedie ontvouwt zich als we dorpje na vernietigd dorpje doorkruisen”, zei hulpverlener Mohammad Selim in Bagerat, een van de zwaarst getroffen gebieden. „Het lijkt wel alsof we ons in de dodenvallei bevinden.”

Bangladesh wordt regelmatig getroffen door rampen met een enorme omvang. In 1970 eiste een cycloon een half miljoen mensenlevens en in 1991 stierven 138.000 mensen door een vloedgolf.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer