Het Wereld Natuur Fonds (WNF) heeft dat maandag gemeld in een rapport over economische groei en de ecologische gevolgen.Europa verdubbelde in dertig jaar het verbruik van natuurlijke bronnen. Dat tempo is veel sneller dan de groei van de bevolking. De toename leidt volgens het WNF tot een tekort voor de rest van de wereld en voor toekomstige generaties.

„Nog maar een generatie geleden verbruikte Europa minder natuurlijke bronnen dan het zelf had”, zei Tony Long, directeur van het EU-bureau van het Wereld Natuur Fonds. „Maar tegenwoordig leven Europeanen boven hun stand.”

Het WNF vindt dat maatstaven als het Bruto Nationaal Product nu te weinig rekening houden met natuurwaarden. Als het verbruik van natuurlijke bronnen niet worden meegeteld, blijven ecologische tekorten niet opgemerkt.

Het WNF wil met het rapport bijdragen aan een EU-conferentie over natuurwaarde. Op de conferentie wordt onder andere bekeken of het mogelijk is criteria vast te stellen om te bepalen wat nu precies ”vooruitgang” en ”ontwikkeling” zijn.

Het rapport toont dat bijna alle EU-landen een ecologisch tekort hebben. Alleen het dunbevolkte Finland, Zweden en Letland verbruiken minder natuur dan het eigen land levert. Maar ook daar groeit de druk op de natuur snel, waarschuwt het WNF.

De aarde koerst steeds sneller af op een warmer tijdperk, en die opwarming brengt onvermijdelijk menselijk lijden met zich mee, plus het gevaar dat diersoorten zullen uitsterven. Dat stelt het klimaatpanel van de Verenigde Naties, het IPCC, in een zaterdag verschenen rapport.

In het rapport, waarover wetenschappers en vertegenwoordigers van regeringen in het Spaanse Valencia zes dagen onderhandelden, worden maatregelen genoemd die een rampscenario kunnen voorkomen. VN-secretaris-generaal Ban Ki Moon zei dat klimaatsverandering „de dierbaarste schatten van onze planeet” in gevaar brengt en zulke grote gevolgen kan hebben dat alleen dringende, wereldwijde actie het tij nog kan keren.

Het rapport, een samenvatting van drie eerder dit jaar verschenen IPCC-rapporten, bevat verschillende scenario’s van de gevolgen van het broeikaseffect, afhankelijk van de actie die ondernomen gaat worden. Het heet ”Samenvatting voor beleidsmakers” en is het resultaat van zes jaar onderzoek door het panel, dat dit jaar samen met Al Gore de Nobelprijs voor de vrede krijgt.

Het rapport zal als leidraad worden gebruikt op de grote klimaatconferentie die de VN volgende maand houden op het Indonesische eiland Bali en waar zal worden gepraat over een nieuw klimaatverdrag, als opvolger van het tien jaar oude verdrag van Kyoto, dat in 2012 afloopt en waarin staat dat 36 industrielanden de uitstoot van broeikasgassen in dat jaar met 5 procent moeten hebben teruggebracht ten opzichte van 1990. Om een soepele voortgang van de bestrijding van het broeikaseffect te garanderen, moet het nieuwe verdrag volgens deskundigen van de VN in 2009 klaar zijn.

Organisaties zoals Greenpeace en het Wereld Natuur Fonds spraken lovende woorden over het rapport, al verplicht het de landen die bij de opstelling van rapport betrokken zijn niet tot actie. Over de vraag hoe de uitstoot van het broeikasgas CO(in2( tegengegaan moet worden, hebben onder landen altijd veel verschillende ideeën bestaan. De Europese Unie heeft steeds het voortouw genomen in de uitvoering van het klimaatverdrag van Tokio, maar de VS trokken zich in 2001 onder president George Bush uit het verdrag terug.