Miljoenen vluchtelingen onbeschermd
Door een maas in het Vluchtelingenverdrag van de Verenigde Naties uit 1951 leven meer dan 25 miljoen vluchtelingen onder erbarmelijke omstandigheden. Dat is een van de belangrijkste conclusies van het VN-rapport ”Global IDP Study”, dat maandag openbaar werd gemaakt.
De zogenaamde idp’s, ”internally displaced people”, zijn vluchtelingen die binnen de grenzen van hun eigen land op de vlucht zijn. Dat zijn er tegenwoordig twee keer zoveel als vluchtelingen die naar een ander land vluchten, maar idp’s krijgen bijna twee keer minder hulp en bescherming dan gewone vluchtelingen, aldus het rapport, dat na vier jaar onderzoek in opdracht van de VN door de Norwegian Refugee Council is gepubliceerd.
De omstandigheden waaronder deze mensen leven, zijn vaak schrijnend. Zij worden niet beschermd door de autoriteiten van hun land en hebben geen gastland waar zij die bescherming wel van kunnen verwachten. Daarnaast blijkt uit het onderzoek dat de terugkeer van deze vluchtelingen vaak niet te realiseren is.
In 26 van de 48 landen die door de Norwegian Refugee Council zijn onderzocht, blijkt dat de regering direct verantwoordelijk is voor de vluchtelingenstroom binnen de eigen grenzen. De idp’s blijken het slachtoffer te zijn van schendingen van de mensenrechten. Vrouwen en kinderen, die de grootste groep idp’s vormen, worden seksueel misbruikt en worden gedwongen in het leger dienst te nemen.
Vluchtelingen worden sinds 1951 officieel beschermd door het Vluchtelingenverdrag van de Verenigde Naties, dat destijds door de lidstaten werd ondertekend. Het verdrag omschrijft de rechten van vluchtelingen die hun thuisland moeten verlaten en in een ander land hun toevlucht moeten zoeken. Over mensen die binnen de eigen grenzen vluchten, wordt in het verdrag met geen woord gerept.
Idp’s worden dan ook door geen enkel officieel verdrag beschermd. De VN heeft wel middelen om deze vluchtelingen te helpen, maar vaak wordt de VN door het desbetreffende land geweerd. Woordvoerder D. Kramers van de UNHCR, de vluchtelingenorganisatie van de VN, zegt dat de UNHCR alleen op uitdrukkelijk verzoek in actie kan komen. „De zorg voor idp’s valt buiten ons mandaat, dus moeten we toestemming hebben van het desbetreffende land om hulp te kunnen verlenen”, aldus Kramers.
„Vaak is het verlenen van hulp aan idp’s een risicovolle onderneming. Als een vluchteling van land A naar land B vlucht, is het in land B vaak rustiger dan in land A. Daardoor kunnen we makkelijker faciliteiten bieden. Als vluchtelingen in eigen land blijven, is het vaak veel gevaarlijker. Je hebt veiligheidsgaranties nodig van dat land om te kunnen werken en die zijn vaak moeilijk te krijgen.”
Het feit dat idp’s niet worden genoemd in het verdrag van 1951 is volgens Kramers te verklaren vanuit de focus van het document op Europa en de historische context. „Het verdrag was toen erg gericht op Europa. Bovendien was er in die tijd wereldwijd nog niet veel sprake van ontheemden. Dat gold ook binnen Europa. Idp’s waren er toen nauwelijks.”
Kramers is niet voor een herziening van het verdrag. „Er wordt al langer gesproken over aanpassing van het verdrag. Herziening staat ter discussie: men is bang dat als het verdrag wordt opengebroken, er meer uit zal gaan dan erin zal blijven. Daarom zijn er veel geluiden om het verdrag te laten zoals het is. Ik ben zelf niet voor herziening - om diezelfde reden. Wel ben ik ervoor extra bepalingen en maatregelen toe te voegen die de idp’s ten goede komen.”
Andrew Lawday van het Global IDP Project denkt ook niet dat er aan het verdrag van ’51 getornd gaat worden. „De VN hebben een speciale vertegenwoordiger die zich bezighoudt met het verbeteren van de positie van idp’s, Francis Deng. Hij heeft richtlijnen opgesteld voor de omgang met en de bescherming van idp’s.”
„Het probleem is dat deze richtlijnen in de praktijk niet echt worden gevolgd”, vervolgt Lawday. „Regeringen weten er niets van of willen er niets van weten. Het is dus erg belangrijk om regeringen en autoriteiten bewust te maken van het feit dat idp’s een probleem vormen en dat er richtlijnen zijn om aan deze problemen te werken. Het Global IDP Project houdt zich dan ook bezig met trainingen voor regeringen, humanitaire organisaties en andere instellingen om hen te leren hoe ze met idp’s moeten omgaan.”
Het is moeilijk om de rechten van idp’s te beschermen. Volgens Herman Kamphuis, medewerker van ZOA-Vluchtelingenzorg, zijn de VN daar niet de juiste organisatie voor. „De basis van de VN zijn de afspraken tussen regeringen en de erkenning van soevereiniteit van staten. Als je idp’s wilt helpen, moet je inbreuk plegen op de soevereiniteit van staten, aangezien het idp-probleem uiteindelijk een interne aangelegenheid is.”
Andrew Lawday hoopt dat het rapport dat nu is uitgekomen landen ervan bewust zal maken dat idp’s rechten hebben en dat die gerespecteerd moeten worden. „Als de internationale gemeenschap niets doet aan de erbarmelijke omstandigheden waaronder idp’s leven, zal de situatie alleen nog maar verslechteren. We moeten een serieuze poging doen om tot oplossingen te komen. Daarvoor hebben we de sympathie en de medewerking van de internationale gemeenschap en van individuele landen nodig.”