„De mannen met tulbanden zijn nu overal”
KABUL - De aanslag die dinsdag in de noordelijke Afghaanse provincie Baghlan werd gepleegd, heeft Afghanen in de nog relatief veilige hoofdstad Kabul onzeker gemaakt. De angst voor de taliban groeit. „Ze zitten nu overal, zelfs in het veilig geachte noorden.”
In Kabul ging het leven vanochtend gewoon zijn gang. Vrouwen lopen, soms licht gesluierd, maar vaker in blauwe boerka’s, door de straten. Kuddes vee worden door jongens voortgedreven over vaak niet-geasfalteerde wegen.Toch heerst er onzekerheid over de toekomst van de stad, die tot nog toe redelijk veilig leek.
Economisch gaat het er al langer slecht. Het aantal inwoners in de stad is namelijk sterk gestegen door Afghanen die zijn teruggekeerd na de val van de taliban in 2001. Door deze invasie zijn de prijzen gestegen en ligt werk niet mee voor het oprapen.
De grootste zorg van de inwoners van de hoofdstad is evenwel de taliban. „Ze zijn overal”, zeggen de Afghanen, „zelfs in het noorden.” En iedereen weet voorvallen te vermelden waarin de „mannen met baarden en tulbanden” opdoken. Op de wegen rondom Kabul zijn ze gesignaleerd. Tussen de passagiers in de bussen die van Jalalabad naar Kabul rijden, zouden regelmatig taliban zijn gezien. Mannen die medereizigers met gladgeschoren kin vroegen waarom ze hun baard niet lieten groeien.
Bovendien werden er regelmatig aanslagen langs deze weg gepleegd. Op andere plekken zouden de taliban, en niet de lokale overheid, de belasting van burgers innen.
In de provincie Baghlan, waar dinsdag een zelfmoordenaar toesloeg, is het al een tijdje onrustig, zo wordt gezegd. De gouverneur zou niet krachtig genoeg optreden om het gebied te besturen. Ook klinkt er kritiek op de politiecommandant, die niet eens aanwezig was toen direct na de aanslag de schade in kaart moest worden gebracht.
In Kabul gonst het van de speculaties over wie er nu precies achter de aanslag zit. Is het misschien de Hezb-i-Islami? Deze partij van etnische Pashtun is fel gekant tegen het bestuur van de huidige gouverneur, een Tadzjiek. De Hezb-i-Islami wordt ook nog eens geleid door de beruchte Gulbuddin Hekmatyar, die nauwe banden onderhoudt met de taliban en al-Qaida.
Maar sommigen wijzen naar lokale Afghaanse autoriteiten als mogelijke daders. Dat komt omdat zich oppositieleden in de delegatie bevonden die door de aanslag werd getroffen. De taliban zelf wijzen ook in die richting. Ze ontkenden dinsdag iedere betrokkenheid en wezen op de interne strijd binnen de Afghaanse overheid.
Inwoners van de Afghaanse hoofdstad kennen het argument: zodra er bij een aanslag veel burgerslachtoffers vallen, wassen de taliban hun handen in onschuld. Iedere betrokkenheid van hun kant zou hen immers nog meer gehaat maken onder de bevolking. Dan kun je maar beter van je afwijzen
Maakt de vermeende aanwezigheid van talibanstrijders Kabuli’s onzeker, de afwezigheid van internationale troepen heeft nog veel meer dat effect. Burgers wijzen dan op de opmars van de taliban in andere delen van het land, en vragen zich hardop af waar de internationale troepen waren toen dit gebeurde. De Amerikanen kunnen toch alles, waarom dan niet de taliban aangepakt?