Buitenland

„Ik ben terug in Irak, maar ben niet blij”

ZAKHO (ANP) - Het gaat goed in Iraaks Koerdistan, ook al dreigt er nu een Turkse inval. Er is politieke stabiliteit en economische groei en het is relatief veilig. Teruggekeerde Koerdische vluchtelingen doen het er goed, maar willen desondanks graag terug naar Nederland.

7 November 2007 11:33Gewijzigd op 14 November 2020 05:15

Khalil Suleiman (29) kwam in 1993 alleen naar Nederland, in 2005 keerde hij terug in zijn geboortestad Zakho in de noordwestpunt van Iraaks Koerdistan. Een kennis liet hem mobiele telefoons verkopen en van de opgespaarde provisie begon Suleiman zijn eigen winkel in de bazaar.Honderden telefoons, glazen vitrines, genoeg klanten. En bijna geen regels. „Je kunt hier een winkel of bedrijf beginnen en achteraf je vergunning regelen.”

Na aankomst in Nederland was Khalil vol enthousiasme: hij kreeg een paspoort, leerde bijna vloeiend Nederlands, werkte in restaurants. Van discriminatie merkte hij nooit iets. Maar later zat hij soms zonder inkomen. Uitkeringen incasseren vond hij niks, en zijn familie gaf signalen dat ze hem graag zou terugzien. Hij gunde zichzelf begin 2005 een tweede kans en leefde drie maanden in Groot-Brittannië, ook zonder werk.

Met zijn inkomen zit het nu duidelijk goed, hij is ook getrouwd. Maar gelukkig? „Niet echt. Het is altijd onveilig hier, aan alle kanten worden we omgeven door vijanden die Iraaks Koerdistan weg willen hebben.” Met een armgebaar: „Turkije is vlakbij.”

Ferman, een Koerd uit Nijmegen die in Zakho een paar weken op familiebezoek is, volgt het gesprek en verduidelijkt: „De angst onder de mensen hier is zo groot dat ze allerlei stressverschijnselen hebben, sommigen overlijden er zelfs aan.” Voor Khalil is het duidelijk: zo veel mogelijk geld verdienen en dan met zijn gezin en zijn Nederlandse paspoort terug naar Nederland.

In dezelfde straat heeft Haro Umar (25) een winkel, gevuld met hoog opgestapelde Koerdische Blokkerachtige spullen. In 1999 („toen was het hier echt moeilijk!”) kwam hij naar Nederland. Bij een roc in Twente werd hij opgeleid tot administratief medewerker. Een baan vinden bleek echter onmogelijk. Umar: „Veel zorgen, geen geld, geen werk, geen paspoort, veel zorgen om mijn familie hier.”

De voorspoed in Koerdistan deed de balans omslaan: in 2005 keerde hij terug naar Zakho.

De winkel werd een succes, zijn familie was blij, maar Umar kijkt wel elke avond naar de Nederlandse tv. En ook hij noemt de „haaien” rond Koerdistan -Iran, Syrië, Turkije, en de rest van Irak- als reden waarom hij terug wil naar Nederland.

Zonder paspoort zal dat niet lukken, blijven is de enige optie. Eén lichtpunt: „Als het Westen Iraaks Koerdistan beter steunt, wordt het hier veiliger en zullen er meer Koerden terugkomen. Ik zie hier veel Nederlandse Koerden die een paar weken komen kijken hoe het nu is.”

Halgurt Fata (33) heeft nu een autowasserette met vijf man personeel. Zelf rijdt hij in een glanzende BMW 520 digital. „In Nederland Opel”, glimlacht hij, met 120 kilometer over de ringweg van zijn geboortestad Koye zoevend. In Nederland (2000-2005) fileerde hij kippen bij Friki in Zwolle, soms werkte hij bij de catering van Schiphol, soms in een slachterij in Deventer. Maar langer werken dan drie maanden per jaar mocht niet, want hij had slechts een W-document en geen paspoort.

Toch kon hij van dat weinige werk 25.000 euro sparen. Terug in Koya kocht hij een huis, verkocht het spoedig met 8000 euro winst, begon daarmee zijn wasbedrijf, verdiende meer geld, en woont nu in een riante villa waar de verf nog nat is.

Zijn vrouw verwacht hun vierde kind. „Als je geld hebt, kun je hier geld verdienen”, verduidelijkt Fata. Maar ook in het hart van Iraaks Koerdistan dreigt het gevaar. „Ik ben terug in Irak, maar ik ben niet blij. Maar als ik werk, wordt Koerdistan beter.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer