Bijna 100.000 mensen verlaten Mogadishu
MOGADISHU - Door het opgelaaide geweld in Mogadishu zijn tienduizenden inwoners van de Somalische hoofdstad de afgelopen dagen op de vlucht geslagen. Het gaat mogelijk om 90.000 vluchtelingen, meldden internationale hulporganisaties gisteren. Ze spreken van een humanitaire catastrofe.
Volgens World Visiondirecteur Graham Davison, actief in Nairobi, heeft de situatie in de hoofdstad een nieuw dieptepunt bereikt. „De toestand in Mogadishu is verslechterd tot een hoogte die we nog nooit eerder hebben meegemaakt.”De verhoogde spanningen komen na het vertrek van de Somalische minister-president Ali Mohammed Ghedi afgelopen maandag en de daarmee gepaard gaande onzekerheid. Sinds eind vorige week zijn er weer zware gevechten tussen islamitische rebellen en Somalische regeringstroepen die steun krijgen van Ethiopische eenheden. Zeker tien burgers zijn omgekomen door het geweld.
Veel mensen die de stad zijn ontvlucht hebben een gebrek aan voedsel en water en slapen noodgedwongen in de openlucht. Volgens BBC-correspondent Karen Allen in Nairobi vluchten de meeste mensen naar de in het westen gelegen stad Afgooye. UNHCR schat dat sinds mei 400.000 Somaliërs Mogadishu hebben verlaten, waarvan er 125.000 terugkeerden.
Somalië heeft al sinds 1991 geen stabiele regering. Nadat president Mohamed Siad Barre was verdreven, volgde een eindeloze burgeroorlog. De huidige, zwakke regering van nationale eenheid weet zich slechts met hulp van Ethiopië overeind te houden. Sommige extremistische gewapende moslims in Somalië zouden banden hebben met het terreurnetwerk al-Qaida.