„Beginnende genocide” tegen christenen in Irak
DEN HAAG - In Irak is een „beginnende genocide” gaande tegen Assyrische christenen. Ze zijn er dagelijks mikpunt van geweld. In moskeeën wordt gepreekt dat christenen het land moeten verlaten.
Dat zei Febroniya Atto, advocate van Assyrische afkomst, woensdag tijdens een door de SGP georganiseerd rondetafelgesprek in de Tweede Kamer over de positie van christenen in Irak.Veel mensen, waaronder christenen, vluchten uit Irak naar de buurlanden Syrië en Jordanië. Atto sprak vanmorgen van „de grootste exodus sinds 1948.” In dat jaar reisden veel Joden naar de pas opgerichte staat Israël.
Tijdens hetzelfde rondetafelgesprek brak Attiya Tunc van de Stichting Assyrië Nederland een lans voor een eigen provincie voor Assyriërs in Irak. Christenen zijn in Irak nergens veilig, betoogde zij. Ze krijgen er geen erkenning, zijn niet op politiek niveau vertegenwoordigd en worden door niemand beschermd. Ook in het relatief rustige Koerdische deel van Irak zijn ze niet veilig.
De Assyriërs moeten daarom een eigen provincie krijgen in Irak, stelde Tunc. De voorkeur gaat dan uit naar Nineve. Daar wonen al veel christenen. Ze moeten ook dezelfde rechten krijgen als bijvoorbeeld de Koerden, die een zekere autonomie genieten. De Nederlandse regering zou die wens van de Assyriërs moeten steunen, vindt Tunc.
In antwoord op vragen van SGP en VVD antwoordde minister Verhagen van Buitenlandse Zaken recent dat hij het „onwaarschijnlijk” acht dat het geweld tegen christenen in Irak stopt als ze een eigen provincie krijgen. Hij zei toen ook dat er in en buiten Irak weinig steun is voor het pleidooi van de Assyriërs.
Arie de Pater van Open Doors zei vanmorgen tijdens het rondetafelgesprek dat hij „niet optimistisch” is over de oprichting van een aparte, Assyrische provincie in Irak. „Wij zien in Irak de komende jaren nauwelijks oplossingen voor de problemen die christenen daar ondervinden”, stelde hij. „Het aantal christenen is te klein en de situatie in het land te instabiel.” Hij pleitte voor goede opvang van christelijke vluchtelingen die zich bevinden in het Koerdische deel van Irak en buiten het land.
Het aantal christenen in Irak zou inmiddels zijn teruggelopen tot ongeveer 550.000. De grootste groepen zijn Chaldeeuwse katholieken en Assyriërs.