Zwitsers tegen fonds van overtollig goud
De Zwitserse bevolking heeft zondag in een referendum met krappe meerderheid tegen een regeringsvoorstel gestemd om een grote hoeveelheid ’overtollig’ goud aan te wenden voor het stichten van een internationaal solidariteitsfonds.
Het fonds zou ten goede komen aan armen in binnen- en buitenland. Met 52 tegen 48 procent werd het voorstel verworpen om ongeveer 14 miljard euro, afkomstig van de nationale goudreserve, te bestemmen voor een fonds waarvan de rente gebruikt zou worden voor sociale projecten in binnen- en buitenland.
Het plan stamt uit 1997, toen Zwitserland zwaar onder vuur lag omdat het in de Tweede Wereldoorlog geprofiteerd zou hebben van zijn neutraliteit en grote hoeveelheden nazi-rijkdommen in beheer zou hebben genomen. Aanvankelijk was het dan ook de bedoeling met de opbrengsten van het fonds slachtoffers van de holocaust en andere slachtoffers van genocide bij te staan, maar dat voornemen werd verlaten toen de Zwitserse banken in 1998 instemden met het betalen van een schadevergoeding van ruim 1,3 miljard euro aan de slachtoffers van de holocaust en hun nabestaanden.
Eenderde van de opbrengsten van het fonds zou naar het Zwitserse ministerie van Sociale Zaken vloeien, eenderde naar de regeringen van de kantons en eenderde naar een solidariteitsfonds voor projecten in binnen- en buitenland. In alle gevallen zou het geld alleen gebruikt mogen worden voor het financieren van sociale projecten.
De nationale goudreserve in Zwitserland is door de waardestijging van het eremetaal tweemaal zo groot als noodzakelijk is voor het dekken van de nationale munt. De centrale bank begon in mei 2000 met de verkoop van iets meer dan de helft van de goudvoorraad van 2590 ton. De bank heeft sindsdien ruwweg een ton per dag op de markt gebracht. Nu het solidariteitsfonds is afgewezen, moet de regering een andere bestemming zoeken voor het ’overtollige’ geld.
De Zwitsers verwierpen eveneens met kleine meerderheid een voorstel tot privatisering van de elektriciteitsondernemingen. Buurlanden als Frankrijk, Duitsland en Italië hebben op privatisering aangedrongen omdat zij het onjuist vinden dat de Zwitsers aan het buitenland stroom kunnen verkopen terwijl ze in eigen land geen concurrentie toestaan.