Snellereactiemacht van VS bij Mazar-e-Sharif
Een klein team Amerikaanse soldaten is bij de Noord-Afghaanse stad Mazar-e-Sharif aangekomen om te kunnen optreden als snellereactiemacht, in het geval het Taliban-verzet opleeft. Dat hebben Amerikaanse functionarissen woensdag gezegd.
Het team bestaat uit hooguit 24 soldaten, maar kan eventueel worden uitgebreid, zo werd gezegd. De soldaten zijn afkomstig van een luchtbasis in het zuiden van Oezbekistan die de afgelopen weken door zo’n 1000 Amerikaanse militairen is bewaakt.
Amerikaanse militairen onderzoeken momenteel ook vliegvelden bij Mazar-e-Sharif en het ten noorden van Kabul gelegen Bagram die mogelijk gebruikt gaan worden voor de levering van hulpgoederen, zeiden de functionarissen. Het vliegveld bij Bagram zal mogelijk ook worden gebruikt om gevechtsoperaties te lanceren, zo werd gezegd.
In Afghanistan bevinden zich al wekenlang speciale Amerikaanse leger- en luchtmachteenheden, die samenwerken met oppositietroepen in het noorden en zuiden van het land. Voorts zetten Amerikaanse landingsstoottroepen een basis op bij Kandahar in het zuiden.
Gebonden
Verslaggevers die woensdag werden toegelaten in het fort in Mazar-e-Sharif waar de Noordelijke Alliantie de afgelopen dagen met steun van Amerikaanse vliegtuigen en Amerikaanse en Britse commando’s een oproer heeft neergeslagen, hebben geconstateerd dat van een deel van de gedode Taliban-strijders de handen gebonden waren. Noordelijke strijders gebruikten messen en scharen om de zwarte sjaals die daarvoor waren gebruikt te verwijderen voordat de lichamen door het Rode Kruis zouden worden verwijderd.
Zondag braken zware gevechten uit nadat honderden Pakistanen, Tsjetsjenen, Arabieren en andere niet-Afghanen die aan de zijde van de Taliban hadden gevochten na de overgave van Kunduz in het fort bijeen waren gedreven. Pas dinsdag kwam een eind aan de gevechten.
Generaal Rashid Dostum, de alliantieleider die in het fort zijn hoofdkwartier heeft, waarschuwde de journalisten weg te blijven uit het zuidelijke deel van het fort, waar de gevangenen hebben vastgezeten en waar ook de lichamen lagen, omdat er nog gevaarlijke types konden rondwaren.
Dostum ontkende dat zijn strijders de gevangenen hadden gebonden. „We hebben ze hier gebracht om veiliger te zijn”, zei hij. „We hebben hen als broeders behandeld, met respect voor de mensenrechten.” Een van de noordelijke strijders, Shabudin, vertelde echter dat hij en zijn kameraden aan het begin van de opstand enkele gevangenen die volgens hen Arabieren waren de handen op de rug hadden gebonden. Daarna hadden Taliban-strijders zich meester gemaakt van geweren en waren begonnen te schieten, zei hij.
Dostum maakte later een rondgang door het zuidelijk deel van het fort met twee Taliban-leiders die beweerden dat hun troepen niet de bedoeling hadden gehad in opstand te komen. Noorullah Noori, voormalig Taliban-gouverneur van de provincie Balkh, waarvan Mazar-e-Sharif de hoofdstad is, zei dat hij de Taliban-strijders had verteld dat zij hun wapens moesten inleveren bij de strijdkrachten van Dostum en zich overgeven. „Ik vind dit heel spijtig”, zei hij. „Het had niet mogen gebeuren.”
Amnesty
Mensenrechtenorganisatie Amnesty International mag van de Noordelijke Alliantie een onderzoek beginnen naar de dood van enkele honderden gevangen strijders van de Taliban en al-Qaida die in opstand kwamen in het fort nabij Mazar-e-Sharif.
„Wij hebben daar geen probleem mee. Amnesty International zal niets in de weg worden gelegd om een onderzoek te doen”, zei woordvoerder Mohammed Habeel van de Noordelijke Alliantie vandaag.
De alliantie heeft gezegd dat vermoedelijk alle 600 gevangenen, onder wie veel Pakistanen, Arabieren en Tsjetsjenen, bij het neerslaan van de opstand in het historische fort zijn omgekomen.
Amnesty International heeft toestemming gevraagd om onderzoek te doen naar de dood van de opstandelingen. Het moet tot aanbevelingen leiden waardoor dergelijke situaties in de toekomst kunnen worden voorkomen, meldde de mensenrechtenorganisatie.
Tot nu toe zijn zeker zeven leiders van Osama bin Ladens al-Qaida-netwerk en enkele honderden van zijn meest loyale strijders omgekomen in de strijd in Afghanistan, zo heeft het Amerikaanse leger gezegd.
Door de aanvallen van het leger op de toplaag van al-Qaida moet de terreurbeweging zich noodgedwongen schuilhouden en zijn de communicatielijnen van Osama bin Laden zowel in Afghanistan als daarbuiten zwaar beschadigd.