Auto moet zondag in Brussel aan de kant
Brussel wordt aanstaande zondag afgesloten voor al het autoverkeer. Volgens lokaal staatssecretaris Delathouwer van Mobiliteit „zal de 160 vierkante kilometer van het Brusselse grondgebied beschikbaar zijn om te feesten.”
Sinds een paar jaar is 22 september uitgeroepen tot Europese autoloze dag. De Belgische hoofdstedelijke autoriteiten nemen dat dit jaar wel zeer letterlijk. Meer dan 1300 steden in 33 landen doen mee aan de campagne, maar de meeste weren slechts gedeeltelijk de vierwielers. „Veel andere Europese steden benijden ons”, aldus Oliver Lambert, medewerker van de Belgische groene Verkeersminister Durant.
De 1 miljoen Brusselaars, maar uiteraard niet alleen zij, zijn dan vooral aangewezen op het openbaar vervoer. Metro, trams en bussen zullen niet gratis zijn, maar rijden wel wat vaker dan anders. Er komt een speciale dagticket van 2 euro.
Voor brandweer, politie, taxi’s en andere bijzondere groepen zoals ziekenhuispersoneel en gehandicapten wordt een uitzondering gemaakt. Zij hebben echter wel een vergunning nodig om de auto te pakken en mogen niet harder rijden dan 30 kilometer per uur. Het liep de afgelopen dagen storm op de diverse gemeentehuizen.
Mensen van buiten Brussel zullen hun auto moeten laten staan op parkeerplaatsen aan de rand van de stad, en dan met het openbaar vervoer of per taxi verder moeten.
Voor de Brusselse middenstand is de autoloze zondag niet voor herhaling vatbaar. Volgens het lokale Liberale Verbond voor Zelfstandigen worden tal van horecabedrijven, marktkramers en andere winkeliers die ’s zondags veel klanten trekken „door dit onzinnige verbod economisch ernstig benadeeld.”
De campagne is eigenlijk een Frans initiatief uit 2000, van de toenmalige groene Verkeersminister Voynet. De Europese Unie heeft tegenwoordig de touwtjes in handen. Een EU-top met Aziatische landen verhindert echter dat Kopenhagen, de hoofdstad van huidig EU-voorzitter Denemarken, zondag meedoet.
De vergelijking met de autoloze zondagen door de oliecrisis in 1973 ligt voor de hand. In heel België moest toen de auto verplicht aan de kant en dat leverde eigenlijk weinig problemen op. Op de eerste autoloze zondag op 12 november hield de politie destijds slechts 84 voertuigen aan en waren er slechts veertien ongelukken, tegen normaal 500.