„Winnen van ”hearts and minds” geen taak van ISAF”
DEN HAAG - Het winnen van de ”hearts and minds” van de Afghaanse bevolking is geen taak van buitenlandse troepen, maar van de Afghanen zelf. Dat zei de Afghaan Hekmat Karzai maandag tijdens een lezing in Den Haag.
Volgens de neef van president Hamid Karzai moeten de coalitietroepen van ISAF vooral laten zien dat ze bereid zijn te vechten, omdat ieder signaal van twijfel de taliban en al-Qaida extra vuurkracht geeft.De opmerkingen van Karzai zijn opmerkelijk, omdat de Nederlandse troepen in de Zuid-Afghaanse provincie Uruzgan het winnen van de sympathie juist als prioriteit hebben gesteld.
Karzai is directeur van het Afghan Centre for Conflict and Peace Studies in de Afghaanse hoofdstad Kabul. Hij was maandag een dag te gast bij het Netherlands Institute for Multi Party Democracy (NIMD) in Den Haag, dat in samenwerking met de nieuwe Nederlandse denktank voor strategische studies van dr. Rob de Wijk, het The Hague Centre for Strategic Studies (HCSS), zijn lezing had georganiseerd. De woorden van Karzai kregen extra gewicht omdat het Nederlandse parlement binnenkort besluit of de Nederlandse troepen vanaf augustus volgend jaar wel of niet blijven in Uruzgan. Om die reden waren maandag enkele Nederlandse parlementariërs aanwezig, onder wie VVD-Kamerlid Boekestein en CDA-Kamerlid van Gennip.
Zowel Karzai als de aanwezige politici constateerde dat de laatste maanden de veiligheidssituatie in Afghanistan ernstig is verslechterd. Boekestein stelde zelfs dat „alle lichten op rood staan”, en dat „we dus wel heel goede redenen” moeten hebben om in Afghanistan te blijven. En die had hij. „Onze eigen veiligheid staat op het spel, omdat daar weggaan de taliban en al-Qaida alle ruimte geeft om de leegte op te vullen.
Ook Karzai benadrukte die spilfunctie van Afghanistan met betrekking tot de internationale veiligheid en typeerde zijn land zelfs als het „Disneyland voor terroristen.”
De Afghaan was om die reden vóór voortzetting van de missie, maar pleitte wel voor een betere voorbereiding van de uit te zenden militairen. „De buitenlandse troepen geven er blijk van de complexe Afghaanse cultuur niet te begrijpen.”
Als voorbeeld noemde hij dat ze niet beseffen dat iedere burger er meerdere identiteiten heeft. „Wie een Afghaan doodt, krijgt niet alleen zijn familie tegen, maar ook de gemeenschap, én de etnische groep én de stam waartoe hij behoort.”
Eén enkele actie van ISAF levert op die manier heel wat „politieke springstof”, op waar de taliban en al-Qaida optimaal gebruik van maken.