Poetin maakte duidelijk „vanzelfsprekend" naar Iran af te reizen, ondanks berichten over een mogelijke aanslag op de president tijdens diens bezoek. Hij reageerde laconiek op de meldingen: „Als ik steeds op alle dreigingen zou reageren en naar de adviezen van de veiligheidsdienst zou luisteren, dan zou ik mijn huis niet mogen verlaten".Eerder had een woordvoerder van het Kremlin nog gemeld dat er onduidelijkheid bestond over de reis. Het islamitische regime in Teheran had de geruchten over een mogelijke aanslag al afgedaan als „totaal ongegrond". De berichten over dreigende zelfmoordaanslagen waren zondag door het Russische persbureau Interfax en andere bureaus verspreid. Zij baseerden zich op anonieme bronnen binnen de Russische veiligheidsdiensten.

Poetin sprak op een persconferentie in Wiesbaden, na een gesprek met de Duitse bondskanselier Angela Merkel in het kader van de regelmatig plaatsvindende Duits–Russische consultaties. Ook Merkel sprak haar hoop uit voor een vreedzame afloop van het slepende conflict met Iran.

In tegenstelling tot de bondskanselier voelt Poetin niets voor het opvoeren van de druk om het Iraanse regime te bewegen af te zien van zijn nucleaire programma. Merkel had in de Duitse krant Die Welt gesteld dat Iran de veiligheid van Israël, Europa en de wereld bedreigt. Zij pleitte voor meer strafmaatregelen, mocht Iran niet toegeven.

Poetin toonde zich een tegenstander van sancties. Het heeft geen zin de Iraanse leiding of het volk angst aan te jagen, aldus Poetin: „Zij zijn niet bang".

Hij vroeg de internationale gemeenschap meer geduld in de kwestie. Met deze tactiek zou ook resultaat zijn geboekt in Noord–Korea.

Het Russische staatshoofd wees erop dat Iran, in tegenstelling tot bijvoorbeeld Israël, het verdrag tegen de verdere verspreiding van atoomwapens heeft ondertekend. Volgens hem bestaat er geen bewijs dat Teheran bezig is met de ontwikkeling van kernwapens.

Poetin vloog na zijn bezoek aan de Bondsrepubliek meteen verder naar Iran. Hij is de eerste Russische leider die Iran bezoekt sinds dictator Jozef Stalin dat in 1943 deed. Aanleiding is een bijeenkomst dinsdag van staatshoofden van landen rond de Kaspische Zee.