Minister van Buitenlandse Zaken Shimon Peres zei woensdag tegen de Verenigde Naties in New York dat het plan een acceptabele routebeschrijving is die leidt naar het einde van het Israëlisch-Palestijnse conflict. Maar in Jeruzalem zei premier Ariel Sharon dat Israël „een absoluut einde aan terrorisme en geweld eist” voordat tot een dergelijk plan kan worden overgegaan.

De eerste fase van het plan loopt tot de zomer van 2003. In die periode moeten maatregelen worden genomen ter vergroting van de veiligheid. Israël moet zich terugtrekken uit de Palestijnse gebieden die het na september 2000 heeft bezet en de Palestijnen helpen bij het organiseren van vrije en eerlijke verkiezingen. Ook het bestrijden van de armoede op de Westelijke Jordaanoever en de Gazastrook heeft prioriteit.

De tweede fase behelst de vorming van een voorlopige Palestijnse staat later in 2003. In de laatste fase, van 2004 tot en met 2005, moeten Palestijns-Israëlische onderhandelingen leiden tot een situatie waarin Israël en een Palestijnse staat vreedzaam naast elkaar kunnen bestaan. Israël moet zich terugtrekken uit de gebieden die het in 1967 in de Zesdaagse Oorlog heeft veroverd: de Gazastrook en de Westelijke Jordaanoever.

Peres ziet grote kansen voor de regio in het plan. Hij zei wel dat „nu nog de wielen nodig zijn om het voertuig van de vrede op gang te krijgen en te houden.” Hij noemde onder meer het „economische wiel”: een vrijemarkteconomie acht de minister noodzakelijk. „We kunnen politiek uiteengaan tot twee staten en samenwerken aan een economie.” Ook noemde hij „een ecologisch wiel”: Israël en de Palestijnen zouden volgens Peres samen de milieuvervuiling moeten aanpakken.

Het is niet de eerste keer dat Peres en Sharon openlijk van mening verschillen over een Palestijnse staat. Vorig jaar kostte dat Peres bijna zijn ministerspost.

Ook de Palestijnen hebben niet eensluidend op het plan gereageerd. Yasser Arafat noemde het „een belangrijke stap”, maar zijn adviseur Saeb Erekat noemde dinsdag de verklaring van het kwartet te vaag en zei dat die „niets oplost.”

Een Palestijnse extremist heeft zich woensdag opgeblazen bij een bushalte in het Arabisch-Israëlische dorp Umm al-Fahm in het noorden van Israël. Volgens de legerradio kwam de dader direct om het leven en overleed een Israëlische politieman later op de dag aan zijn verwondingen. Drie agenten raakten gewond. Het gaat om de eerste zelfmoordaanslag in Israël sinds 4 augustus. Toen kwamen door een bomexplosie in een bus in Noord-Israël zeven Israëliërs en twee Filipijnen om. De radicale islamitische beweging Hamas heeft de verantwoordelijkheid voor deze actie opgeëist. Sinds 4 augustus zijn wel enkele vermeende zelfmoordenaars aangehouden toen ze probeerden Israël binnen te komen.

Het Israëlische leger heeft donderdagmorgen in Abu Dis, ten oosten van Jeruzalem, met bulldozers de huizen neergehaald van twee Palestijnse aanslagplegers.