De president reageerde op een onthulling eerder deze week in The New York Times. Die berichtte dat officiële mededelingen van de regering-Bush dat er onder Amerikaanse verantwoordelijkheid niet wordt gemarteld, mogelijk niet kloppen. De krant meldde dat twee jaar geleden onder minister van Justitie Alberto Gonzales (inmiddels afgetreden) diens ministerie in twee geheime memoranda „extreem harde ondervragingstechnieken” goedkeurde.Volgens deskundigen komt dat in feite neer op het martelen van terreurverdachten. Aangezien dat in strijd is met de Conventies van Genève die de VS hebben ondertekend en met nationale wetgeving willen de Senaat en het Huis van Afgevaardigden meer over deze affaire weten. Zij hebben het Witte Huis gisteren gevraagd om de twee betreffende memoranda beschikbaar te stellen. Het Huis van Afgevaardigden heeft bovendien een hoorzitting over deze affaire aangekondigd.

Het gaat in feite om twee zaken: om het vasthouden van terreurverdachten in CIA-gevangenissen in het buitenland en om de ondervragingstechnieken die daar voor de CIA zijn toegestaan. De inlichtingendienst had om „duidelijkheid” gevraagd, omdat men bang was dat CIA-ondervragers later eventueel voor de rechter gedaagd zouden worden als mocht blijken dat hun ondervragingsmethoden illegaal zouden zijn.

President Bush verzekerde gisteren dat er niets illegaals gebeurt met terreurverdachten, maar niet alle parlementariërs vinden dat een geruststelling. „De president heeft ons indertijd ook gezegd dat er niet illegaal werd afgeluisterd, maar later bleek dat dat wel degelijk het geval was. Ik denk dat het daarom beter is dat het parlement deze zaak grondig onderzoekt en om niet zomaar te vertrouwen op de zogeheten geruststellende mededelingen van het Witte Huis”, aldus Democratisch afgevaardigde John Conyers, voorzitter van de juridische commissie van het Huis van Afgevaardigden.