Binnenland

Willem Endstra had geen cent meer

AMSTERDAM - Vastgoedmagnaat Willem Endstra had bij leven een pistool. Hij testte er een kogelwerende autoruit mee en droeg het als hij in het Amsterdamse Bos werd afgeperst.

J. Visscher
2 October 2007 11:38Gewijzigd op 14 November 2020 05:09

„Hij wilde zich niet als een hond laten afschieten”, vertelde kroongetuige Bram Zeegers dinsdag bij de rechtbank in Amsterdam. Zeegers was jarenlang de vertrouweling van de geplaagde vastgoedman. Die werd in mei 2004 voor zijn kantoor aan de Amsterdamse Apollolaan geliquideerd.Zeegers heeft in het diepste geheim bij de aanklagers Plooy en Teeven (nu VVD-Kamerlid) belastende verklaringen over Willem Holleeder afgelegd. De voormalige advocaat stelt dat Holleeder Endstra voor miljoenen heeft afgeperst.

De kroongetuige, door middel van een zwart scherm afgeschermd van de publieke tribune, maakte dinsdag bij de rechtbank een vastberaden en trefzekere indruk. Gedetailleerd vertelde Zeegers hoe Endstra door criminelen onder zeer grote druk werd gezet. Meermalen benadrukte de getuige niet af te wijken van zijn belastende verklaringen.

Zeegers stelt dat hij met zijn verklaringen wil bereiken dat het recht zijn loop heeft. Zeker ook omdat eerder getuigen die om tafel gingen met de politie (vastgoedman Kees Houtman en kroegbaas Thomas van der Bijl) zijn vermoord. De afgelopen jaren waren voor Zeegers „zeer moeilijk.” De dood van Endstra heeft de ex-advocaat „erg aangegrepen.”

Zeker de maanden voor zijn dood maakte Willem Endstra een afgetobde en voortgejaagde indruk, verklaarde de kroongetuige. Endstra had nauwelijks nog een euro te besteden. Hij zou door diverse criminelen, waaronder John Mieremet en Holleeder, zijn afgeperst. „Elke vorm van liquiditeit is uit zijn bedrijf gesleurd.”

Zo kon de omstreden zakenman de financiën voor een reis naar Israël, kort voor zijn dood in 2004, nauwelijks rond krijgen. Zeegers: „Ik ging in die tijd een keer met hem naar de bank, waar hij 1000 euro wilde opnemen. Er stond maar 700 euro op zijn rekening. De bankbediende zei dat ze even ging bellen of Endstra 300 euro rood mocht staan. Dat is nogal schokkend voor een man die in de Quote-lijst van rijkste mensen van Nederland stond.”

Zeegers noemde een „heftig” voorval, waarbij Endstra hem duidelijk maakte hoezeer hij in de tang zat van Holleeder. „Endstra deed voor hoe Holleeder zijn handen op Endstra’s schouders legde, waarbij Holleeder zei: Met mij als vriend hoef je voor niemand bang te zijn, behalve voor mij.”

Endstra en Zeegers spraken meermalen over het risico dat Endstra de kogel kon krijgen. „Wim was daar glashelder over.” Bij het verlaten van Endstra’s kantoor aan de Apollolaan ging Zeegers regelmatig vooruit om „de kust te verkennen.” Zeegers hield zijn hart vast. „Als ik de sirenes van een ziekenwagen hoorde in de buurt van de Apollolaan, belde ik naar Endstra. „Wim, hoe is het met je?”

Het verbaasde Zeegers hoe „zakelijk” de geplaagde vastgoedmagnaat over de doodsbedreigingen kon spreken. „Hij zei me: „Bram, ik kan Willem Holleeder maar beter betalen, want ik kan mijn geld toch niet meenemen in mijn graf.” Dat bedoelde hij serieus, het was geen borrelpraat. Een normaal mens zou dat met tranen in de ogen en knikkende knieën zeggen, Wim zei het heel rustig. Hij had een grote mate van zelfbeheersing. Hij kon om tafel gaan met directeuren van grote banken, zonder dat die merkten dat hij onder hoogspanning stond.”

Dat betekent niet dat Endstra een „ijskoude kerel” was. „Ik reed met hem door een Amsterdamse straat. Ik vertelde dat die straat een geschiedenis kent over de Jodenvervolging en verraad door een NSB’er. Dan werd Willem furieus. Hij vond het onbestaanbaar dat Joden werden verraden. Dan wilde hij bij wijze van spreken meteen in het verzet.”

Een vermeende afpersing op het kantoor van mr. Bram Moszkowicz, voorheen advocaat van zowel Endstra als Holleeder, heeft Endstra bijzonder aangegrepen, vertelde Zeegers. De vastgoedhandelaar zou medio 2002 op het kantoor van de bekende strafpleiters met wapens zijn bedreigd door enkele Joegoslaven. Holleeder zou later hebben bemiddeld, met het kennelijke doel de vastgoedman af te persen. Zeegers over die affaire: „Ik heb ooit aan Wim Endstra gevraagd, toen we met de auto tussen Haarlem en Lissen reden: „Hoe kun je nog normaal slapen als je zo bedreigd wordt?” Hij antwoordde toen: Ik draai mijn hoofd om en slaap. Echt moeilijk had ik het wel toen ik bedreigd werd op het kantoor van Moszkowicz.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer