„Vandaag is een begin om voorgoed een eind te maken aan de misère van dit land”, zei Surangani Jayasundere, die met een mand lotusbloemen bij de boeddhistische Gangarama-tempel aankwam. „We bidden alleen maar dat beide partijen oprecht te werk zullen gaan. Dit eiland heeft genoeg ellende meegemaakt”, zei Jayasundere, die onderweg naar haar werk op een overheidskantoor even bij de tempel langsging.

Hindoes kwamen bijeen voor een plechtigheid in de Kadiresen-tempel ter ere van Ganesh, de hindoegod van de welvaart, die herkenbaar is aan zijn olifantshoofd. „We bidden om zegen voor de leden van beide delegaties en de terugkeer van vrede en welvaart naar ons land”, zei de 56-jarige Jeyaraj Kumar, een voormalige handelaar die in 1995 voor de gevechten moest vluchten van het noordelijke schiereiland Jaffna en sindsdien zijn brood verdient in een fietsenzaak in Colombo. „Het is al zeven jaar mijn droom om naar huis terug te gaan. Alleen als de onderhandelingen slagen zal dat mogelijk zijn”, zei hij.

De Singalese meerderheid op Sri Lanka is boeddhist, de Tamil-minderheid overwegend hindoe.

De Rooms-Katholieke Kerk organiseerde drie dagen van religieuze bijeenkomsten in Jaffna, de noordelijke stad die tijdens de burgeroorlog nu eens door de ene, dan weer door de andere partij werd bezet. Zondag liepen de katholieken vanuit de stad, die op dit moment weer in handen van de regering is, naar Wanni, het junglegebied waar de Tamil-rebellen zetelen.