Uit de nieuwe overzichten is af te lezen of een schoolsoort onvoldoende, voldoende of excellent scoort. Zo blijkt dat de basisberoepsgerichte leerweg in het vmbo op de Jacobus Fruytier Scholengemeenschap in Apeldoorn onvoldoende scoort. Dat geldt ook voor de gemengd-theoretische leerweg op de Pieter Zandt Scholengemeenschap in Kampen. Daarentegen scoort de havoafdeling op diverse reformatorische scholen excellent.De overzichten laten ook zien of de school een groot gemiddeld verschil heeft tussen het cijfer voor het schoolexamen en voor het centraal schriftelijk eindexamen. Uit onderzoek van de inspectie blijkt dat voor bijna 30 procent van de vwo-opleidingen geldt dat het schoolexamencijfer gemiddeld meer dan een halve punt boven het cijfer voor het eindexamen ligt. De inspectie noemt dit een „aanzienlijk verschil”. Wanneer een school systematisch een groot of zeer groot verschil vertoont, vindt de inspectie dat de leerlingen op deze school „onevenredig” worden bevoordeeld.

De inspectie noemt de resultaten van een school ”excellent” bij een ruime voldoende op alle onderzochte punten. Bovendien moet de school al minstens twee jaar behoren tot de 10 procent van de scholen met de beste resultaten.

Uit de nieuwe gegevens blijken 50 vmbo-opleidingen excellent te scoren, tegen 23 havo- en 21 vwo-opleidingen. Voor alle onderwijssoorten gaat het om 2 tot 5 procent van de scholen. In de vier grote steden komen, zelfs als rekening wordt gehouden met de leerlingpopulatie, meer scholen voor die onvoldoende scoren dan in kleine gemeenten.